Dr. Hans Moolenburgh sr.: Gezond leven in een vervuilde wereld

Uit: Nr. 263, sep/okt 2019

Een klein eerbetoon aan een groot mens, dr. Hans Moolenburgh, arts met ruim vijftig jaar praktijk (overleden 6 november 2018, 93 jaar).
‘Alleen een nieuwe manier van denken kan het tij van de – ook onze kinderen aantastende – beschavingsziekten keren.’

We lezen de boeken van Hans Moolenburgh graag en ook zijn lezing over kinderziekten voor de NVKP (Nederlandse Vereniging Kritisch Prikken) dragen we regelmatig uit. Mijn vriendin en ik werken beiden in de natuurlijke gezondheidszorg. De laatste jaren zien we een toename in het gebruik van medicijnen die vaak met het grootste gemak naast elkaar ingezet worden, in de meeste gevallen zonder ook maar één enkele onderbouwing of studie. Regelmatig controleer ik het rijtje bijwerkingen van al deze medicatie bij elkaar en zet het in een overzichtje. Dan verbaas ik mij niet meer over de klachten van mijn cliënt. Ik stuur hem of haar dan ook altijd terug naar de behandelend arts, maar weet al wat het antwoord zal zijn. Ik noem het kwakzalverij.

Hans Moolenburgh is de arts die ons heeft behoed voor de gevaren van fluoride in ons drinkwater, en die ons wees op de gevaren van vaccinaties voor ons immuunsysteem. Dr. Andrew Wakefield legt de ernstige gevolgen op de ‘groepsimmuniteit’ erg duidelijk uit (YouTube: Wakefield, herd immunity, ca 13 minuten). Vaccinaties verwoesten de groepsimmuniteit, een enorme ramp. Dr. Hans Moolenburgh legde uit dat de meeste kinderziekten niet gevaarlijk zijn, maar dat de meeste artsen dit niet meer weten, ze leren het niet op de opleiding en herkennen de symptomen niet meer.

Het overlijden van Hans Moolenburgh is door de gehele Nederlandse ‘vrije’ pers onopgemerkt gebleven, maar in de wereld van de natuurgeneeskunde is zijn overlijden als een groot verlies gezien. Laten we zijn wijze lessen doorgeven en daarbij ook, naar zijn voorbeeld, nuchterheid betrachten en het gezond verstand erbij houden, want er zijn velen die ook dat kwijtgeraakt zijn.

Een citaat uit het boek (pagina 30 e.v.) van Hans Moolenburgh, met toestemming van de uitgever Lemniscaat, waarvoor enorm veel dank.

… Het middel (penicilline; red.) was de opvolger van de vreselijke kwikbehandeling tegen syfilis, die meer kwaad dan goed deed in die tijd en waarvan de naam ‘kwikzilver’ tot ‘kwakzalver’ werd verbasterd. Een kwakzalver was dus een vertegenwoordiger van de officiële geneeskunden. Eigenlijk zijn de nieuwe inquisiteurs van de vereniging tegen de kwakzalverij – die elke bonafide arts trachten uit te schakelen die niet hun starre denkpatroon aanhangt – directe opvolgers van de oude kwakzalver. Het
is komisch om dat te bedenken.

Laat me beginnen vast te stellen dat met de nieuwe geneeskunde die met Ehrlich begon verbluffende resultaten zijn bereikt. Het gezicht van de geneeskunde werd erdoor veranderd en er werd een strikt wetenschappelijk vak van gemaakt.

Voor het eerst werd adequate pijnstilling mogelijk. Suikerzieken stierven niet meer (aanvankelijk door het toedienen van varkensinsuline), lepra kon worden gestopt, malaria gedeeltelijk bedwongen en levensbedreigende infecties als longontsteking gestopt (met penicilline, een schimmelpreparaat). Kinderleukemieën, die tot geruime tijd na de Tweede Wereldoorlog beslist hopeloos waren, werden tot staan gebracht (al traden later veel bijeffecten op), ook bepaalde kankers bij volwassenen, zoals Hodgkin en non-Hodgkin, konden worden genezen, en de meest ingewikkelde operaties werden mogelijk gemaakt. Trombose en embolie, veelvuldig voorkomende ernstige en nogal eens acuut dodelijke aandoeningen na een bevalling of een operatie, konden worden voorkomen (al was de eerste behandeling die met een klaverpreparaat).

Kortom, de nieuwe geneeskunde bracht een golf van verlichting en hoop met zich mee voor artsen en patiënten, en ik ben dankbaar arts te zijn geweest in een tijd dat de middelen beschikbaar werden en ik ze kon gebruiken als dat nodig was. Er kleefde echter één groot bezwaar aan al die synthetische chemische middelen: ze waren door de mens gemaakt, kwamen niet in de natuur voor en werden daarom door ons lichaam niet herkend. Het lichaam verweerde zich er dan ook tegen.

Hoe weten we dat? Van de vele lijsten met zogenaamde ‘bijwerkingen’ die bij elk middel optraden en die soms mild waren, soms ernstig, soms dodelijk.

Elke arts had vóór de computertijd een dik soort telefoonboek op zijn bureau liggen, het Farmacotherapeutisch Kompas. Daarin waren alle synthetische medicijnen te vinden. Laten we voor de aardigheid eens kijken naar een algemeen bekend middel: paracetamol. U weet wel: als u ongerust uw huisarts opbelt dat uw kindje koorts heeft, dan zegt de assistente: ‘Geef maar een paracetamolzetpilletje’. In het Kompas beslaat het verhaal over paracetamol de helft van een grote bladzijde in zeer kleine druk. Na enkele algemene opmerkingen staat er ‘Indicatie’. Die is eenvoudig: pijnstilling en koortswerend. Het stukje neemt vijf regels in beslag van 8,5 cm breed. Daarna komen de bijwerkingen en contra-indicaties. Die beslaan zevenenveertig regels. En dat is geen uitzondering.

Het is natuurlijk krankjorum dat ‘bijwerkingen’ te noemen, dat is pure volksverlakkerij. Werking en bijwerkingen zijn beide WERKINGEN, waar men alleen de gewenste er als ‘werking’ beschrijft.

Paracetamol is wat dit betreft geen uitzondering maar regel. Ik heb dit voorbeeld alleen genomen omdat iedereen dit middel kent. Een verzachtende omstandigheid: pijnstilling treedt altijd op, bijwerkingen verschillen van patiënt tot patiënt en hangen af van diens constitutie en van de duur van inname.

Er zijn ook middelen waarvan de verkeerde werkingen altijd optreden, maar die men op de koop toe neemt, zoals van chemotherapie bij kanker. Toch moeten we dit niet schouderophalend afdoen. Wist u dat, na kanker en hart- en vaatziekten, ‘medisch falen’ de derde doodsoorzaak in onze westelijke wereld is? Het medisch ingrijpen met deze in wezen lichaamsvreemde stoffen? En dat gemiddeld iedere huisarts met een gewone praktijk (zonder het te beseffen overigens) drie à vier sterfgevallen in zijn praktijk heeft door reguliere geneeskundige ingrepen?

Deze cijfers zijn bekendgemaakt door professor Gøtzsche, internist aan het academisch ziekenhuis in Kopenhagen, november 2015, in de grote collegezaal van het Leids Universitair Medisch Centrem (LUMC) voor een publiek vol artsen en assistenten. Hij presenteerde daar de Nederlandse vertaling van zijn boek Deadly Medicines and Organised Crime (vertaald als: Dodelijke medicijnen en georganiseerde misdaad).

Hoewel ik er nogal wat over dacht te weten, was zijn verhaal ronduit schokkend. De farmaceutische multinationals gaan letterlijk over lijken en schrikken er niet voor terug met resultaten te frauderen om hun middelen maar aan de man te brengen. Als ze af en toe gesnapt worden, betalen ze zonder blikken of blozen tientallen miljoenen dollars aan schikkingen, soms zelfs meer, die dan als bedrijfsonkosten worden afgeschreven.

Gøtzsche wist elke vraag met een hand in de zak rustig en direct te beantwoorden en smoorde elke kritiek in de kiem, doordat hij een enorme parate feitenkennis bezat. Na afloop vroeg mijn vriend en collega Flemming Lehrmann, ook een Deen, hem of hij nooit bang was om uit de weg te worden geruimd. ‘Nee,’ zei hij, ‘want als ik eraan ga, staat een ander op om mijn werk voort te zetten.’

Laten wij, als natuurgeneeskundigen, en als patiënten die liever de natuurlijke middelen gebruiken dan de synthetische middelen, het werk van Dr. Moolenburgh sr. voortzetten. Laten we opstaan en onze stem laten horen. Stuur uw beklag in naar overheden en verzekeraars. Stel vragen aan uw huisarts. Of geef in ieder geval de wijsheid en de schat aan informatie door die dr. Moolenburgh ons heeft nagelaten. Laten we onze energie besteden aan het informeren van mensen over de grote misstanden die vandaag de dag in de geneeskunde de normaalste zaak zijn geworden.

Uit het boek: Wist u dat, na kanker en hart- en vaatziekten, ‘medisch falen’ de derde doodsoorzaak in onze westelijke wereld is? Het medisch ingrijpen met deze in wezen lichaamsvreemde stoffen?

Kijk bijvoorbeeld eens naar vaccinaties. De documenten van de Simpsonwood-bijeenkomst, die chronologisch te vinden zijn op de website ‘putchildrenfirst.org’, laten naar aanleiding van het Verstraeten-onderzoek zien dat ook in het geheim documenten worden achtergehouden en vervalst als het gaat over autisme door vaccinaties. Middelen die zonder blikken of blozen in de kwetsbaarste mensen worden ingespoten, onze kinderen.

Kijk naar het Corvelva-onderzoek van 2018 uit Italië (inmiddels Vaccinegate genoemd), waar bleek dat in vaccinaties geen enkele werkzame delen zaten, maar wel veel onverklaarbare stoffen en antibiotica. Infanrix (van GSK) bijvoorbeeld. Een vaccin dat tot eind vorig jaar ook in Nederland vele jaren werd ingespoten in vele, vele kinderen. Het vaccin Infanrix is na dit onderzoek gauw van de markt gehaald en vervangen door Vaxelis, een nog veel schadelijker middel.

De vraag die tegenwoordig bij mij opkomt, is: waarom kunnen we niet meer vertrouwen op onze instanties, die ons juist zouden moeten beschermen? De WHO (World Health Organisation) wordt gesponsord door onder andere Bayer, Merck en heeft de Bill Gates Foundation als hoofdsponsor. Waarom krijgen we alleen maar geluiden te horen dat deze middelen zo geweldig veilig en goed zijn en dat, als je kinderen niet vaccineert, zij een verbod opgelegd krijgen om op een kinderopvang een voet binnen de deur te zetten? De waanzin. De eenzijdige berichtgeving. Of is het gewoon misdaad en corruptie? Of moord?

Zo horen we bijvoorbeeld niet in de ‘vrije’ pers dat Robert Kennedy jr. op 16 april 2019 een rechtszaak heeft aangespannen tegen de staat New York vanwege de verplichting om te vaccineren. Deze hebben ze met het grootste gemak gewonnen. Maar geen ‘onderzoeksjournalist’ zal hier een verslag van maken. Het haalt de media niet, het wordt angstvallig weggehouden, maar angst is een slechte raadgever.

Met het overlijden van dr. Moolenburgh sr. is een deel gezond verstand verloren gegaan die in deze tijd misschien wel harder nodig is dan ooit tevoren. Het is namelijk de hoogste tijd voor een vernieuwing van de geneeskunde.

Lars van Hemmen

Herborist