Medicijnen die niet genezen maar doden / Deel 1
Uit: Nr. 251, sep/okt 2017
Achter de schermen van de farmaceutische industrie
Voor mij liggen drie boeken (1.684 pagina’s) en een paar artikelen. Twee gaan over foute medicijnfabrikanten en dodelijke medicijnen: van die schadelijke praktijken zijn misleide patiënten uiteindelijk de dupe, zowel bij reguliere (8,1% schadelijk) als complementaire / alternatieve geneeskunst (0,6% schadelijk).
Sinds Hippocrates (ca. 460-370) weten we over de inzet van natuurgeneesmiddelen, vervaardigd uit stoffen die direct in de natuur kunnen worden gevonden. Ze worden bijvoorbeeld gebruikt in de fytotherapie en de homeopathie.
In zijn praktijk maakte Hippocrates zorgvuldig onderscheid tussen het genezen vanuit tegenmiddelen en het genezen vanuit gelijkende middelen. Uit deze eerste benadering (‘aut ex contrariis’) zijn de natuurbehandelwijzen en de huidige universitaire geneeskunde ontstaan. De tweede benadering (‘aut ex similibus’) is terug te vinden in de homeopathie. ‘Door gelijksoortige (simile) middelen ontstaat de ziekte en door middel van gelijksoortige aangebrachte middelen herstelt men.’
De leerlingen van Hippocrates gaan ook in op de kleine dosering / hoge potentie van homeopathische middelen, een verdunning tot er geen moleculen van de oorspronkelijke stof meer in zitten, maar blijkbaar wel nog de informatie. Eigenlijk gaat het om een vorm van nanogeneeskunde, zo weten we intussen. Hippocrates gaat dus voor een integrale benadering. Die heeft in ons land tot in de negentiende eeuw bestaan.
Intussen
Een regulier werkend arts schrijft een medicijn voor. Vaak zal dit middel effect hebben op de stofwisseling van de patiënt. Daardoor stabiliseert de aandoening of ziekte, of dit leidt tot genezing.
Intussen is de klad gekomen in onze verbondenheid van natuur en gezondheidszorg. De meeste geneesmiddelen worden tegenwoordig synthetisch gemaakt. Medicijnen zijn chemische stoffen of complexen daarvan. Het kan dan wel gaan om de-zelfde werkzame stoffen, maar de natuurlijke stoffen zijn milder te doseren.
Maar spreekt het geen boekdelen dat medicijnresten al waterdieren bedreigen? Ze verstoren de voortplanting, ontwrichten de voedselketen en zorgen dat waterdieren doodgaan. De verstorende gevolgen van chemische stoffen uit geneesmiddelen worden wereldwijd steeds zichtbaarder in meren en plassen, aldus prof. dr. Ellen van Donk.
Medicijnen worden goeddeels getest door mensen die ze fabriceren. Na een lange onderzoeksperiode kan de farmaceutische industrie een geneesmiddel laten registreren, in Nederland door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG). Dan moet de leverancier duidelijk maken dat werkzaamheid, veiligheid en kwaliteit van de geneesmiddelen deugen. Bijna elk geneesmiddel heeft risico’s op bijwerkingen.
Ben Goldacre en Peter C. Gøtzsche
Dr. Ben M. Goldacre (geb. 1974) is een Brits psychiater en wetenschapsjournalist. Hij heeft fundamentele kritiek op het registratieproces van medicijnen. De farmaceutische industrie is sterk geneigd negatieve onderzoeksresultaten niet te publiceren. De kritiek geldt ook de manier van marketing en de verbinding met artsen (Foute Farma – hoe patiënten worden misleid met foute medicijnen; ISBN 9789044529203).
De Deense internist prof. dr. Peter C. Gøtzsche (geb. 1949) is directeur van het Nordic Cochrane Center, dat medisch-wetenschappelijke publicaties onderzoekt op kwaliteit. Gøtzsche studeerde biologie, scheikunde en geneeskunde. Deze deskundige van wereldformaat werkte bij de farmaceutische industrie, en nu constateert hij daar vormen van ‘georganiseerde misdaad’ (Dodelijke medicijnen en georganiseerde misdaad; ISBN 9789047707349).
In relatie met het voorgaande wijs ik ook nog op een derde studie: Duurzame en integrale Geneeskunst – ethische beoordeling vanuit een christelijke levensvisie (ISBN 9789462782525). Dit handzame naslagwerk is geschreven vanuit de ‘vierdimensionaal’ georiënteerde filosofie van de veritas duplex (= dubbele waarheid; red.). Zo kunnen we de problemen van onze tijd anders en vooral met ‘gezond verstand’ aanpakken. Daarin worden reguliere en complementaire geneeskunst kritisch en integraal bijeengehouden.
Wat is er dan mis?
Onderzoek dat de farmaceutische industrie financiert, valt gunstiger uit, heeft positievere resultaten dan onafhankelijk gefinancierd onderzoek. Een slager moet ook niet zijn eigen vlees keuren.
Over wat er mis is, stemmen voornoemde schrijvers overeen. Dr. Goldacre noemt vier hoofdproblemen en geeft ook aan wat ons te doen staat als samenleving en als patiënt. Hij wil patiëntenorganisaties, artsen en wetenschappers graag helpen om activiteiten voor te bereiden.
• Negatieve onderzoeksgegevens verdwijnen en ethische commissies van universiteiten falen. Dit vergiftigt de bron voor iedereen, misleidt artsen en stelt patiënten bloot aan onnodig en vermijdbaar lijden en leidt soms zelfs tot een onnodige dood.
• Doordat regulerende instanties onder druk staan, faalt het toezicht: toezichthouders worden ingekapseld. Daardoor gaan ze uiteindelijk de belangen van de industrie dienen, terwijl ze de industrie juist moeten controleren.
• Doordat onderzoek qua opzet en analyse van slechte kwaliteit is, worden heilzame effecten overdreven en schade gebagatelliseerd. Sommige fouten en vertekeningen zijn zonder meer misdadig.
• Aan de marketing van medicijnen worden jaarlijks tientallen miljarden ponden besteed. Patiënten betalen daarvoor: de marketing wordt geheel gefinancierd uit publieke middelen of verzekeringspremies voor ziektekosten. Ze hebben aantoonbare invloed op wat artsen voorschrijven.
Prof. Gøtzsche beschrijft dat medicijnen, na kanker en hart- en vaatziekten, de belangrijkste doodsoorzaak zijn. De Europese Commissie schat dat dit jaarlijks 200.000 Europeanen betreft. In de VS gaat het om eenzelfde aantal.
Een nationaal gezondheidsalarm dus? Of een parlementaire enquête over de overheid, die de gezondheid van burgers heeft uitgeleverd aan de farmaceutische industrie?
De hoogleraar laat zien dat deze industrie niet alleen patiënten, maar ook artsen voor de gek houdt met frauduleuze praktijken.
Er is veel moed voor nodig om klokkenluider te worden, aldus Gøtzsche. In het voorwoord schrijft Bert Keizer (geb. 1947): ‘Niemand heeft het probleem van Big Pharma zo onweerlegbaar, systematisch en nietsontziend op tafel gelegd als de Deense hoogleraar Peter Gøtzsche.
Krokodillentranen
Niemand twijfelt aan de verdiensten van de farmaceutische industrie. Denk bijvoorbeeld aan de behandeling van kanker of zeldzame ziekten.
Het is ook te gek om net te doen alsof Gøtzsche volkomen uit het niets de vuile was buiten hangt. Want ook dr. Ben Goldacre tamboereerde op hetzelfde thema en is eveneens uitstekend gedocumenteerd. Het boek van Gøtzsche telt 50 pagina’s met meer dan 900 referenties.
In The British Medical Journal van 28 januari 2016 valt te lezen dat de bijwerkingen van moderne antidepressiva (SSRI’s) zijn verdoezeld. Ze verdubbelen de kans op agressie-uitbarstingen en bewegingsonrust bij depressieve jongeren. En er wordt gesuggereerd dat de medicijndoden niets met de medicijnen te maken hadden.
En wat te denken van de medische test met een nieuwe pijnstiller medio januari 2016 in het universitair ziekenhuis in het Franse Rennes? Dit liep uit op een drama. Eén proefpersoon is in Rennes overleden en vijf anderen moesten in kritieke toestand worden opgenomen.
Er is veel moed voor nodig om klokkenluider te worden, aldus Gøtzsche.
Hoe filantroop is de farmaceutische industrie? Lezers, en zeker gebruikers van het schildkliermedicijn Thyrax weten het nog wel. Het afdelinkje van Aspen dat Thyrax maakt, verhuisde naar Duitsland. Er ontstond een tekort aan doordat de productie even stil lag. Kunnen bedrijven dat zo maar doen? Natuurlijk niet, maar om een boete van maximaal € 45.000 lachen ze.
Aspen was toch niet gediend van een boete en uitte bij voorbaat een dreiging. Dat zou namelijk wel eens gevolgen kunnen hebben voor het aanbod van medicijnen in Nederland. Ordinaire chantage dus. Maar ja, het patent is verlopen en er valt weinig meer aan te verdienen.
Dr. R. Seldenrijk
Wordt vervolgd. In de volgende editie van DNUA wordt dit artikel vervolgd, met daarin het antwoord op de vraag wat ons – na de krokodillentranen van de farmaceutische industrie – te doen staat.
Dit artikel is eerder verschenen in Profetisch Perspectief 21e jrg. nr. 90 (lente 2016); uitgever Buijten & Schipperheijn Amsterdam.