Water drinken

Uit: Nr. 262, jul/aug 2019

Hoe, wanneer en hoeveel?

Er bestaan nogal wat misverstanden rond het drinken van water. De hype om dagelijks twee à drie liter water te drinken, waait langzaamaan over, want we zien steeds minder mensen op straat met een flesje krampachtig in de hand. Het misverstand is echter gebleven.

We gaan even in op de veel gestelde vraag: moet men voor, tijdens of na het eten drinken? Als we beseffen wat water is en als we weten hoe onze maag is gebouwd en hoe deze functioneert, lijkt het niet zoveel uit te maken wanneer men drinkt.

Water is geen voedingsmiddel, omdat het geen nutriënten bevat, geen calorieën levert en niet wordt verteerd. Water is een oplosmiddel, een spoel- en verdunningsmiddel, heeft een neutrale zuurgraad en heeft daardoor weinig invloed op andere substanties.

Water bevat, afhankelijk van de bron, weinig of veel inactieve mineralen, d.w.z. mineralen die niet deelnemen aan de vertering of de stofwisseling, maar via de nieren worden uitgescheiden. Alleen actieve mineralen binnen een organische structuur zijn opneembaar, zoals de mineralen in een voedingsmiddel. Inactieve mineralen kunnen in zekere mate de nieren belasten, vandaar dat de hoeveelheid op het etiket vermeld staat als ‘droogrest bij 180°C’. Een goed bronwater heeft een lage droogrest. Op het etiket van goedkoop bronwater staat meestal niets vermeld, omdat de klant het anders in de rekken laat staan. Enkele cijfers: Spa blauw 33 mg/l; Spa groen 80 mg/l; Spa rood 47 mg/l.

Kraanwater wordt vaak aanbevolen als een gezond en goedkoop alternatief, maar we beschikken over geen enkel gegeven over de droogrest, toegevoegde additieven of over de kwaliteit van de leidingen. In Belgisch-Limburg vloeit kraanwater nog steeds door 2.731 km asbestcementleidingen. Er is altijd wel een professor te vinden die een geruststellend antwoord weet te formuleren zoals prof. Lode Godderis van het departement Maatschappelijke Gezondheidszorg (Katholieke Universiteit Leuven / KUL) die zegt: ‘De meeste studies vinden geen link tussen de orale inname van asbestdeeltjes en kanker.’ Een vreemd antwoord als we weten dat bouwvakkers verplicht zijn witte pakken en maskers te dragen om asbest in gebouwen te verwijderen.

Drinken op een lege maag

Als we op een lege maag drinken, vloeit het water via de maagstraat weg naar de dunne darm. Er is immers geen fysiologisch verband tussen het drinken van water en de maagwerking. De binnenkant van de maag heeft een gestructureerd oppervlak dat bedekt is met maagslijmvlies om de maaginhoud goed tegen de wand te drukken en tijdelijk vast te houden. Aan de kleine maagbocht (curvatura minor) zijn er overlangse plooien die deel uitmaken van de maagstraat. Dit is een gleufachtige groef waarlangs het water wegvloeit. Als we drinken voor het eten, is de maag meestal leeg en loopt het water via de maagstraat weg. Het water komt in de dunne darm terecht en zal zich vermengen met de vloeibare darminhoud zodat de verteerde bestand­delen gemakkelijker door de darmvlokken geabsorbeerd worden. Er is geen enkel bezwaar om water te drinken op de nuchtere maag of voor het eten. De bewering dat daardoor de maagsappen verdund worden, is onjuist. Het stimuleren van de maagsappen berust op heel andere fysio­logische en neurologische processen.

Drinken tijdens het eten

Als je drinkt tijdens het eten kan het water niet of moeilijk langs de maagstraat wegvloeien en vermengt het zich met de maaginhoud. Uit de voedingsfysiologie weten we dat waterrijk voedsel goed verteert, omdat de nutriënten dan niet geconcentreerd zijn. Het eten van een sappige vrucht verteert veel gemakkelijker dan noten of peulvruchten met hun hoge concentratie aan eiwit en weinig water. Hetzelfde kan gezegd worden van boterhammen of pasta. Het drinken tijdens het eten heeft het grote voordeel dat de maaginhoud aanvankelijk vloeibaarder wordt en daardoor gemakkelijk gekneed wordt. Houd er rekening mee dat drinken bij het eten de vertering niet kan verstoren, om de eenvoudige reden dat in een verder kneedproces de vloeistof zich van de vaste stoffen scheidt, zodat het water wordt afgevoerd. Als wij soep eten loopt het water van de soep langs de kleine maagbocht door de maagstraat naar de maaguitgang. Een vloeistof zoekt altijd de kortste weg. Het wegvloeien van het vocht (water of vocht van het voedsel) brengt de maaginhoud tot een vastere consistentie, waardoor de kneedbaarheid in het antrum, dit is de plaats in de maag waar de eind­vertering plaatsvindt, zeer grondig gekneed wordt.

Het is algemeen bekend dat het soppen van een boterham ongezond is, maar dat heeft een andere reden. Het zetmeel van graan moet men in de mond goed kauwen en met speeksel vermengen, zodat het speekselenzym ptyaline (amylase) voor een voorvertering zorgt. Het is niet aan te raden om bij het kauwen van een graan- of broodmaaltijd te drinken, omdat dan de kans groot is dat het voedsel uit de mond wordt gespoeld of het speeksel te sterk wordt verdund. Sopt men de boterham, dan kan men niet meer kauwen en vindt er geen voorvertering plaats, zodat het zetmeel achteraf minder goed verteert.

Water drinken tijdens het eten heeft een positieve invloed op het verteringsproces. Uit onwetendheid en een gebrek aan inzicht in de verteringsfysiologie durven sommige mensen tijdens het eten niet te drinken en dat is jammer.

Drinken op volle maag

Als de maag flink gevuld is, vooral bij een zware maaltijd, kan het water nergens naartoe. Het blijft dan in de fundus achter en zorgt daar voor een klotsend gevoel. Bij een minder zware maaltijd, of na een uur, komt er meer ruimte vrij en vermengt het water zich met de maaginhoud. Daardoor verbetert zich de vertering, net zoals wanneer je water drinkt tijdens het eten. Drinken op een lege maag, tijdens of na het eten heeft een gunstige invloed op de kwaliteit van de vertering.

Wees voorzichtig met extreme standpunten in te nemen die op niets zijn gebaseerd en die de gezondheid niet bevorderen. Kies zelf het moment, waarop je graag drinkt, maar beperk je tot het drinken van water. Het maakt niet uit of je plat water of water met natuurlijk of toegevoegd koolzuur drinkt. Koolzuur heeft niets met verzuring te maken en heeft geen invloed op het zuur-base-evenwicht. Het koolzuur zet zich om in zuurstof. Koolzuurhoudend bron­water geeft een sprankelend mondgevoel, dat sommigen weten te waarderen. Verder zijn er geen voor- of nadelen aan verbonden. Andere dranken gebruikt men het beste buiten de maaltijd, maar geef de voorkeur aan gezonde drank.

Er is maar één vaste regel: drink als je dorst hebt.

De hoeveelheid water per dag

Er is maar één vaste regel: drink als je dorst hebt. Het is moeilijk om een algemene regel in te voeren. Sommige mensen gebruiken medicijnen, eten geconcentreerd voedsel, (vaak met pikante specerijen), bezitten een hoge concentratie aan homotoxines, drinken alcoholische dranken en hebben dus veel door te spoelen. Veel drinken is voor hen de boodschap. Wie zware fysieke inspanningen doet of extreem sport, zweet veel en moet meer drinken om de waterhuishouding in balans te houden. Mensen die zich gezond voeden met waterrijk voedsel en over een goed biologisch evenwicht beschikken, hebben minder behoefte om te drinken.

Jan Dries

www.europeseacademie.be