Chronisch medicijngebruik (verslag)
Uit: Nr. 248, maa/apr 2017
Op 15 september 2016 werd het jaarlijkse symposium van Educatie Atrium Innovations gehouden. De grote zaal van de Flint was volgestroomd en in de foyer was er de gebruikelijke informatiemarkt, waar verschillende bedrijven en organisaties hun producten of diensten aangeprezen. De Stichting Natuurlijk Welzijn was op de informatiemarkt aanwezig om via ons blad de Natuur uw Arts onze naamsbekendheid te vergroten.
In dit artikel wordt geprobeerd de kern van deze interessante dag weer te geven. Het is zeker geen volledige weergave; daar zijn veel meer pagina’s voor nodig.
De inleiding werd, zoals gebruikelijk, verzorgd door prof. Huub Savelkoul en drs. Anna Kruyswijk. In hun inleiding lieten ze o.a. zien dat er een forse toename is in chronisch geneesmiddelengebruik. Hieronder kunt u lezen wat er onder de begrippen chronisch en polyfarmacie verstaan wordt.
Chronisch geneesmiddelengebruik
Medicijngebruik wordt chronisch genoemd als er langer dan 3 maanden geslikt wordt, of als dit vaker dan 3 maal per jaar voorkomt. De term polyfarmacie (veel middelen) wordt gebruikt bij chronisch gebruik van 5 of meer geneesmiddelen. Volgens de cijfers van de openbare apotheken is bij 10% van de bezoekers sprake van polyfarmacie. Dit betreft ruim 30% van de senioren. Bij 75-plussers gebruikt 45% meer dan 5 geneesmiddelen en bijna 20% gebruikt meer dan 9 geneesmiddelen.
De inleiders stelden dat chronische ziekten niet alleen toenemen, maar zich ook steeds vroeger voordoen. Vraag is of het alleen door de vergrijzing komt of dat ook aspecten als vroege diagnostiek, voorschrijfprotocollen, etc. hierbij een, belangrijke, rol spelen.
Ook is er een verschuiving in het aanvangstijdstip van chronische ziekten. Terwijl in 1955 op 53-jarige leeftijd de eerste chronische ziekte geconstateerd werd waarvoor medicatie werd voorgeschreven, zien we dat dit in 2008 bij mannen vanaf 48 jaar wordt waargenomen en bij vrouwen zelfs op 42-jarige leeftijd. Bij beiden zien we vanaf 55 jaar meerdere chronische ziekten met medicatie.
Gezien de ontwikkelingen waarbij we overschrijdingen zien van het zorgverzekeringsbudget – dat ook steeds omhoog moet worden bijgesteld – is het zinvol om meer aandacht te besteden aan gezonde voeding en leefstijl. Met het oog op de forse problemen met bijwerkingen bij langdurig gebruik en het achterblijven van preventie is het ontwikkelen van een andere vorm van gezondheidszorg noodzakelijk. De inleiders pleiten voor veel meer aandacht voor de rol van voeding, beweging en leefstijl, en daarnaast het meer gebruiken van natuurlijke medicatie. Als voorbeeld werd de darm genoemd, een orgaan dat de laatste jaren een toenemend aantal patiënten oplevert. Er komt steeds meer inzicht in preventie en de grote rol hierbij van voeding en beweging; ook stress is hierbij een factor van belang. Laaggradige ontstekingen, waar vrijwel al deze processen mee beginnen, worden bijna altijd veroorzaakt door verkeerde voeding en langdurige stress. Laaggradige ontstekingen worden vaak niet opgemerkt, omdat ze geen koorts veroorzaken en zelfs vaak geen pijn. Maar op de lange duur ontstaat wel degelijk schade, met meestal chronische klachten tot gevolg.
Invloed van medicijnen op de darmflora
Na de inleiding kreeg Prof. Huub Savelkoul de gelegenheid om solo dit thema nog verder uit te werken. Met name de impact van medicijnen op de darmflora, ofwel het microbioom, kreeg veel aandacht. Hoe langer de darmflora wordt blootgesteld aan de toxiciteit van chemische medicatie, hoe groter de kans is op disfunctioneren van de darmflora. Het begint met het lekkendedarmsyndroom en dit kan zich verder ontwikkelen tot ernstige darmziekten. De darmflora is met name van belang voor de kwaliteit van ons immuunsysteem, en eigenlijk ook voor die van alle andere organen en functiesystemen. De kwaliteit van onze spijsvertering is mede bepalend voor de kwaliteit van onze gezondheid. De lever heeft hierin een belangrijke functie; denk aan: immunisering tegen infecties, uitscheiding van afval via gal, omzetting van een overmaat aan glucose in glycogeen en zuivering van het bloed van geneesmiddelen, chemicaliën en alcohol. Het is belangrijk dat we ons ervan bewust zijn dat darmen en lever bij ieder mens anders werken, waardoor het effect van medicatie behoorlijk kan verschillen. Meer aandacht hiervoor kan de effectiviteit vergroten en de kans op ongewenste bijwerkingen verkleinen.
Reactie van ons lichaam op medicijnen
Door professor Aalt Bast werd de farmacogenese – hoe het lichaam omgaat met bijvoorbeeld medicijnen – verder uitgewerkt. In een technisch verhaal liet hij m.b.v. illustraties zien hoe dit allemaal werkt.
Een van de problemen bij chronisch medicijngebruik is dat bij het omzetten en verteren (metabolisme) van geneesmiddelen allerlei enzymen betrokken zijn. Deze enzymen spelen ook een rol in de synthese van stofjes die ons lichaam zelf aanmaakt, zoals steroïde hormonen uit de bijnierschors, cholesterol en galzuren. Dat betekent dat, als ons lichaam de energie moet steken in het verwerken van de medicijnen, het die energie niet kan benutten voor de eigenlijke processen. Bij korte medicatie kan het lichaam dit meestal gemakkelijk herstellen, maar bij chronisch medicijngebruik wordt dit steeds moeilijker naarmate dit gebruik langer duurt of wanneer het om een toenemend aantal middelen gaat.
Medicijnen, reuma en de invloed van voeding
Hierna kwam reumatoloog Richard Verheesen van het Maxima Medisch Centrum uit Eindhoven aan het woord. Hij is vooral bekend om zijn bredere aanpak van reuma, waarbij voeding en suppletie een belangrijke rol spelen. Afhankelijk van de patiënt, het soort reuma en de medicatie wordt een dieet opgesteld en worden supplementen als probiotica, magnesium, foliumzuur, zink, e.d. voorgeschreven. Hij stelt dat je reuma met alleen medicatie zonder gezonde voeding niet op kunt lossen.
Met betrekking tot voeding merkte Verheesen op dat er nauwelijks tot geen onderzoeken voorhanden zijn in relatie met reuma. Er zijn zeker geen onderzoeken met causaliteit (oorzaak en gevolg); er is voornamelijk associatie, zoals ‘mensen met overgewicht hebben een hoger risico op…’ Het speelt nog geen rol binnen de geneeskunde, maar we zien wel een toenemend aantal artsen die zich wenden tot integrale geneeskunde. En daarmee zien we meer bewustwording en acceptatie. Wel is het wenselijk dat het nog veel meer om preventie gaat en niet zoals nu, voornamelijk, om curatieve zorg.
En daarmee gaf Verheesen de bizarre spagaat weer die we in de geneeskunde zien. Er wordt heel veel geïnvesteerd om het probleem aan te pakken, maar er wordt bijna geen geld en energie gestoken om het te voorkomen.
Het totaaleffect van medicijnen, de schade en hoe in te grijpen
Diëtiste Maartje van Wijnhoven liet aan de hand van een casus zien, hoe er als gevolg van de bijwerkingen van medicatie of van een verkeerde dosering allerlei nieuwe symptomen ontstaan. Die kunnen variëren van simpele klachten tot geheugenverlies, spierzwakte, afname van evenwicht tot diabetes, hartklachten, enz. Door de patiënt goed te volgen en duidelijk te bevragen kan – door de medicatie bij te stellen of te stoppen – blijvende schade voorkomen worden.
De casus liet zien welke ziektesymptomen er waren, welke bijwerkingen er ontstonden en welke interventies er uitgevoerd werden. Bij de interventies werd duidelijk gemaakt welke ontwikkelingen er volgden, m.a.w. het hele plaatje werd duidelijk en gaf in het kort de kern van een belangrijk deel van het dagprogramma weer.
De apotheker aan het woord
Apotheker Han Siem begon met een uitleg over de werking van medicijnen. Begrippen als smal- en breedwerkend, biologische beschikbaarheid (hoeveel van het middel komt op de bedoelde plek terecht) en interacties passeerden de revue. Bij interacties, de invloed van het ene middel op het andere, zien we nogal eens de namen van kruiden als sint-janskruid en ginkgo langskomen. Op zich klopt dit, maar dat betekent niet automatisch dat we de kruiden dan maar achterwege moeten laten. Vooral bij milde symptomen kan het een juiste afweging zijn om te kiezen voor het kruid. Interacties zijn ook niet per definitie negatief; zo schijnt o.a. de toediening van kurkuma-extract een positief effect te hebben bij bepaalde vormen van chemotherapie.
Interacties vinden op verschillende niveaus plaats. We gebruiken hiervoor de term ADME. De betekenis is als volgt: Absorptie (opname) / Distributie / Metabolisatie (verwerking door het lichaam) / Eliminatie (uitscheiding).
Er ontstaan vaak tekorten aan mineralen, vitamines en essentiële lichaamseigen stoffen t.g.v. regulier geneesmiddelengebruik. Tevens kunnen klachten, bijwerkingen en ziekte het gevolg zijn van een tekort aan een lichaamseigen stof.
Enkele voorbeelden van tekorten die kunnen ontstaan als gevolg van chronisch geneesmiddelengebruik zijn:
• Metformine (medicijn bij diabetes-2) geeft meestal een tekort aan vitamine B12 en foliumzuur.
• Statines (cholesterolverlagers) zorgen voor een tekort aan Co-enzym Q10.
• Maagzuurremmers veroorzaken een tekort aan vitamine B12 en ijzer.
Suppletie (aanvulling met supplementen van mineralen, vitaminen, e.d.) kan dus zeer zinvol zijn. Ook is het vaak zinvol om probiotica toe te dienen om schade aan het microbioom te beperken. Hier profiteert indirect ook de lever van.
Siem stelde ook de inname van paracetamol als strooigoed aan de kaak. Hij gaf aan dat de maximale dosis van 8 tabletten per dag al dicht tegen de toxische dosis aanzit, terwijl de meeste mensen het idee hebben dat een paracetamolletje meer of minder geen kwaad kan.
Dagvoorzitter Anna Kruijswijk sloot af met de spreuk dat de ideale volgorde in benadering van zieke mensen begint met het bijsturen van voeding, omgevingsinvloeden en leefstijl; daarna behandeling met natuurlijke middelen en suppletie in een veilige dosering en pas dan geneesmiddelen en medische behandelingen.
De aanwezige artsen en therapeuten kregen weer veel waardevolle informatie mee om te overdenken. Het is echter niet alleen de taak van de professional, maar ook van de patiënt om dit onderwerp de spreekkamer in te krijgen.