Constipatie – vaak enorme frustratie
Uit: Nr. 254, ma/apr 2018
Veel mensen hebben problemen met hun spijsvertering. Klachten kunnen variëren van lichte maagzuurklachten of winderigheid tot chronische diarree of verstopping. Dit artikel gaat over mensen met verstopping. In vakjargon heet dat constipatie.
Verstopping kan een duidelijke aanleiding hebben, maar bij chronische verstopping is die er vaak niet. We kennen dat allemaal wel, even een moeilijkere stoelgang: als het erg druk is, of als je op weg bent naar je vakantiebestemming. Veel mensen slaan dan een dag over.
Als een patiënt komt met als klacht een chronische verstopping, dan wordt er naast een homeopathische anamnese extra aandacht besteed aan de voeding. Soms zijn er op voedingsgebied en op het vlak van leefstijl een paar adviezen te geven die al enigszins helpen, maar het valt me op dat mensen in het algemeen goed geïnformeerd zijn en al veel goede veranderingen hebben doorgevoerd. Zo drinken ze voldoende, bewegen ze extra en nemen ze alle rust als ze op het toilet zitten. Ook doen ze eventueel ontspanningsoefeningen.
Een valkuil die ik in de praktijk geregeld tegenkom is het reguliere antwoord: bij verstopping moet je veel vezels eten, bijvoorbeeld in de vorm van rauwkost. En is dat onvoldoende dan worden vaak extra vezels in tabletvorm genomen. Maar dit werkt lang niet altijd. Dat komt doordat er een onderscheid gemaakt moet worden tussen een darm die te traag werkt (zeg maar een luie darm) en een darm die te actief en geprikkeld is (zeg maar een overspannen darm). In het eerste geval kunnen meer vezels zinvol zijn, in de andere situatie kan dit de darm nog meer prikkelen en worden de klachten alleen maar erger. Dan is het advies juist minder vezels en geen rauwe maar gekookte groenten te eten. Iets dat in bijvoorbeeld de ayurvedische geneeskunst ook, en al heel lang, bekend is.
Als algemene maatregelen te weinig verbetering geven, dan is er met een homeopathische behandeling in het algemeen veel te bereiken, is mijn ervaring. Zoals altijd wordt er dan gekeken naar de precieze klachten, naar eventuele aanleidingen, naar bijkomende klachten en verschijnselen en naar karakteristieken van de persoon in kwestie. Op basis van dit geheel, dit patroon van kenmerken, wordt een homeopathisch middel gekozen en voorgeschreven. Het is een soort patroonherkenning: het patroon homeopathisch middel moet bij het patroon van de klachten en kenmerken van de patiënt passen en er zo veel mogelijk op lijken. Een goede anamnese duurt bij volwassenen vaak langer dan een uur!
Ter illustratie een aantal patiëntenvoorbeelden, uiteraard geanonimiseerd en samengevat.
Marita is een paar weken geleden bevallen van haar tweede kind. Gelukkig is alles goed gegaan. Wel heeft ze sinds de geboorte van Dennis forse verstopping: de ontlasting komt één keer in de drie à vier dagen, is hard en pijnlijk en erna zit er flink wat bloed op het wc-papier. Wat verder opvalt is dat ze slecht tegen slaapgebrek kan (terwijl ze elke nacht een paar keer door Dennis wordt gestoord) en er chagrijnig van wordt. Ook heeft ze veel last van een gevoel van verzakking. Soms lijkt het of alles naar buiten zakt en ze moet dan gaan liggen. Als dat niet kan, heeft ze de neiging om met haar hand in haar kruis steun te bieden en drukt ze haar benen tegen elkaar. Bij doorvragen blijkt dat de borstvoeding wat moeilijk op gang kwam, ze forse pijn aan de tepels had tijdens de voeding en soms had ze zelfs kloven. Op grond van deze klachten en kenmerken kreeg zij Sepia officinalis MK. Na drie innames (in vier weken) vertelde ze me dat alles goed gaat. Al snel begon ze zich beter te voelen, de ontlasting is al een tijdje zonder een enkele klacht. Ze heeft al tijden niet zo’n makkelijke ontlasting gehad! Daarbij is ook het verzakkingsgevoel weggegaan en kan ze beter tegen het gebrek aan slaap. Zij is daar niet alleen zelf blij mee, maar het héle gezin!
Karin komt in verband met huidproblemen: door een schimmelinfectie heeft ze met name in de huidplooien veel last van jeuk! De plekken zijn rood en vochtig. De klachten worden erger door warmte en transpiratie. Verder is er niet veel over te vertellen. Momenteel heeft ze net te veel stress in werk en relatie. Ze is wat gespannen en onzeker, waardoor ze de neiging krijgt allerlei beren op de weg te zien. Aan de ene kant zoekt ze steun, maar ze kan niet tegen dominante mensen. Van de spanning gaat ze tandenknarsen, iets dat ze ook van vroeger kent. Toen kon ze er echt kaakpijn van krijgen; zo erg is het nu niet. Pas later komt de verstopping aan de orde: de ontlasting gaat eigenlijk altijd moeilijk, is vaak pijnlijk en van de spanning wordt het allemaal erger. Wel heeft ze soms diarree van vet eten. Wat het beste helpt is sporten: als ze dat niet doet wordt de verstopping veel erger, krijgt ze aambeien en hele pijnlijk scheurtjes bij de anus. Het is wel jammer dat ze een hekel heeft aan sporten. Ze is een wat onzekere vrouw, heeft behoefte aan veiligheid, kan niet goed tegen warm weer, is bang in mensenmassa’s en in een vliegtuig, is zachtaardig en vermijdt ruzies. Ze krijgt het middel Pulsatilla pratensis 200. Na zes weken is het tweede consult. Ze heeft het middel één keer ingenomen. Al snel voelde ze zich vrolijker en ontspannener. Veel van haar klachten zijn verbeterd: de uitslag is bijna weg, ze heeft meer energie, ze ziet minder tegen dingen op, haar kaken zijn meer ontspannen en ze heeft ‘nog nooit zo’n makkelijke en goede ontlasting gehad’. Het abonnement op de sportschool heeft ze opgezegd.
Berry is kort van stof. Hij heeft verstopping. Bij doorvragen blijkt dat hij vrijwel geen aandrang heeft, zich vol voelt zitten, en dat de ontlasting hard en erg droog is. Hij heeft zelden ontlasting, een à twee keer per week. Later blijkt dat de moeilijkheden zijn begonnen na een lange operatie een jaar of zes geleden. Berry is met pensioen, is graag thuis en doet wat vrijwilligerswerk. Hij is geen actieve man, en vertelt dat hij elke middag even slaapt. Hij kijkt graag tv. Hij heeft altijd hard gewerkt, is betrouwbaar en zwijgzaam. Dat laatste was ook in het consult duidelijk: er was geen andere relevante informatie los te krijgen. Hij krijgt het middel Opium 200K. Geleidelijk wordt de ontlasting beter. Hij herhaalt het middel elke twee weken. Na acht weken komt de ontlasting zo’n vijf keer per week, de aandrang is sterker, de ontlasting zachter. Na een jaar hoor ik via zijn vrouw dat hij het middel al langere tijd niet heeft gebruikt en dat zijn ontlasting goed is. Ze vindt hem actiever en meer geïnteresseerd in dingen.
In deze voorbeelden zijn andere adviezen niet weergegeven. In het algemeen schrijf ik eerst het homeopathische middel voor, en evalueer de reactie. Dan weet ik wat het middel voor effect heeft gehad. Daarna komen allerlei leefstijladviezen aanbod, waaronder voedingsadviezen.
Michel de Sonnaville, Apeldoorn
Arts voor algemene geneeskunde, gespecialiseerd in homeopathie.
www.centaurea.nl