Vliegreizen en gezondheid
Uit:
Het aantal vliegreizen – en daarmee het aantal luchtreizigers – neemt steeds meer toe. In dit artikel gaat de aandacht uit naar de persoonlijke, individuele consequenties van het vliegen, met name het risico op trombose.
Vliegtuigen vliegen op een hoogte van gemiddeld 10.000 meter, met als gevolg dat de luchtdruk zeer laag is. Om een voor de reizigers optimale luchtdruk te bereiken, wordt deze door technisch ingrijpen ingesteld op een druk gelijk aan die op zo’n 2.500 meter. Dan is er nog steeds sprake van een hoogte vergelijkbaar met die van de hogere bergtoppen van de Alpen. De uiteindelijk bereikte luchtdruk is ook nog steeds duidelijk lager dan die van de eigen woonomgeving.
Lichamelijke belasting
De lage luchtdruk die een soort van relatief vacuüm veroorzaakt, leidt er onder meer toe dat de oppervlakkige aders zich sterk verwijden. Gezonde aders lijken ogenschijnlijk spataders. Aanwezige spataders verwijden zich nog sterker. Ze worden zichtbaar dikker en voelen soms aan als dikke kabels. Door deze verwijding van de bloedvaten stroomt het bloed aanzienlijk langzamer. Uiteindelijk kan het zelfs tot stilstand komen. Zelfs in de grote, wijde aders van de benen stagneert de bloedstroom. De kleppen in deze aders – die moeten voorkomen dat het bloed naar beneden stroomt in plaats van naar boven – worden sterk opgerekt en sluiten niet meer goed zodat bloed in de voeten zakt. Vocht uit de bloedbaan wordt vervolgens via de vaatwanden in het omliggende weefsel geperst; dit zet op en er ontstaan oedemen (vochtophopingen). Na de landing merkt men dat de eerder uitgetrokken schoenen niet meer passen.
In het vliegtuig daalt ook de luchtvochtigheid, tot soms wel zo’n 3 procent. Thuis bedraagt de luchtvochtigheid 20 tot 30 procent en bij regen of mist is deze nog veel hoger (het advies voor een comfortabele luchtvochtigheid in huis bedraagt 40 tot 60 procent; red.). De graad van vochtigheid in het vliegtuig is vergelijkbaar met die in een woestijn. Door de veel lagere luchtvochtigheid drogen de slijmvliezen van de luchtwegen uit. Het aanzienlijke verlies van vocht via de luchtwegen veroorzaakt, zonder dat men dat vaak in de gaten heeft, verdere uitdroging van de rest van het lichaam. Bovendien ontstaat het risico van het indikken van het bloed, waardoor het nog slechter gaat stromen en kan gaan ‘klonteren’. Dat geldt in het bijzonder voor de genoemde verwijde aders in de benen.
Een ander risico vloeit voort uit het gegeven dat de reiziger zich te weinig beweegt. De pompwerking van de spieren is ‘buiten dienst’ door het langdurig zitten. Steeds meer bloed blijft achter in de benen. De aders worden daardoor extra verwijd. Door het uitvallen van de spierpomp blijft het bloed langer in de bloedvaten. De stroomsnelheid daalt drastisch en komt uiteindelijk tot stilstand. Een bijkomend probleem is de zeer beperkte ruimte voor de benen. Behalve de bewegingsbeperking worden de aders van de benen afgekneld, in het bijzonder in de lies- en knieholten. Een mogelijk gevolg daarvan is een vertraagde terugstroom van bloed naar het hart en vervolgens naar de longen. De zuurstofopname kan daardoor worden verstoord en zo leiden tot complicaties als duizeligheid, hartsensaties en kortademigheid.
Trombose
Door voorgaande factoren kunnen bloeddeeltjes aan de vaatwanden blijven plakken, die het begin kunnen zijn van bloedstolsels op één of meerdere plaatsen in het vaatstelsel. Of en waar dat gebeurt is afhankelijk van de kwaliteit van de bloedvaten en in het bijzonder van de binnenkant van de vaten. Reizigers die al problemen hebben met de bloedvaten lopen uiteraard een extra risico. Door het aangroeien van bloedstolsels kan er een afsluiting van een bloedvat plaatsvinden. We spreken dan van trombose; een in het vliegverkeer bekende aandoening. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat gemiddeld een op de 5.000 vliegreizigers tijdens het vliegen trombose ontwikkelt.
Vaak verloopt deze trombose zonder dat men het in de gaten heeft en lossen de kleine stolsels later vanzelf weer op. Ondanks dit gegeven blijft het een risicofactor. Ontstaat er tijdens de vliegreis al een bepaald vreemd gevoel in de benen dan denkt men vaak niet aan een bloedstolsel in één of meer aderen. Iedereen kent namelijk het gevoel van druk, spanning en zwelling in de voeten en onderbenen tijdens een langere vliegreis. De behoefte om dan op te staan, zich te bewegen, de benen los te maken, zich in het gangpad te begeven, wordt veelal onderdrukt omdat men de andere reizigers niet lastig wil vallen. Zelfs een noodzakelijk bezoek aan het toilet wordt uitgesteld. Bovendien moet men regelmatig de veiligheidsgordels vast doen in verband met vliegomstandigheden. Een factor die mede de mobiliteit beperkt.
Het probleem van trombose betreft vooral de grotere, dieper gelegen aders. Een perifere trombose, in aan de oppervlakte gelegen kleinere aders, vormt op zich geen risico. Het getroffen gebied kan wel erg pijnlijk zijn. Ze zijn goed te herkennen doordat de aders dik en onderhuids te voelen zijn. Door de ontsteking zijn ze rood verkleurd.
Embolie
De belangrijkste en gevaarlijkste complicatie die kan optreden is het loslaten van een bloedstolsel. Wanneer dat het geval is spreken we van een embolie. Het stolsel wordt door de bloedstroom meegenomen richting hart en longen. Het kan onderweg blijven steken, met als gevolg een afsluiting van een bloedvat. Een ernstige afsluiting leidt tot een longembolie, die in het ergste geval de dood tot gevolg kan hebben. Uit onderzoek in Londen blijkt 18% van de overlijdensgevallen na een vlucht van meer dan vier of zes uur te wijten te zijn aan een longembolie. Het percentage neemt toe naar gelang de reistijd toeneemt. Een toename van de reisduur met twee uur verhoogt het risico telkens met 18%.
Extra risicofactoren
Extra risicofactoren voor het optreden van trombose zijn:
- Trombose en longembolie in de voorgeschiedenis of familiair voorkomend;
- Bloedziekten, met name wanneer er sprake is van een overschot aan trombocyten die verantwoordelijk zijn voor de bloedstolling;
- Een aanwezige of in de voorgeschiedenis voorkomende kwaadaardige tumor;
- Hart- en vaataandoeningen, waaronder spataderen;
- Recente grote operaties of trauma’s vooral van buik en benen;
- Hormoonbehandeling en ‘de pil’;
- Zwangerschap;
- Adipositas (overgewicht);
- Roken.
Trombose voorkomen
Beweging is de beste profylaxe om trombose te voorkomen. Tenminste eenmaal per uur moet men opstaan en de benen bewegen. Een goed excuus is naar het toilet gaan. Een zitplaats direct bij het gangpad biedt meer bewegingsvrijheid. Behalve dat de benen gemakkelijker kunnen worden bewogen, moet men telkens opstaan wanneer de buurman zich wil bewegen of naar het toilet wil gaan. Bepaalde oefeningen zoals spieren spannen en ontspannen, de voeten optillen en cirkeltjes maken en, voor zover mogelijk, de benen strekken, houden de bloedstroom in stand.
Het is van groot belang om voldoende te drinken omdat door de geringe luchtvochtigheid in het vliegtuig lichaamsvocht verloren gaat. Minimaal dient men een kwart liter per vlieguur te drinken. Mineraalwater en vruchtensappen zijn geschikte dranken. Mineraalwater met één of twee eetlepels appel- of wijnazijn is nog beter omdat de rechtsdraaiende melkzuren het ‘indikken’ door samenklonteren van bloedlichaampjes tegengaan. Alcoholische dranken moeten worden vermeden omdat deze de bloedvaten extra verwijden en de bloedstroom vertragen. Ook koolzuurhoudende dranken, zwarte thee en koffie, alsmede cola kan men beter niet drinken omdat deze dranken meer vocht onttrekken aan het lichaam dan dat ze toevoeren.
Het nemen van slaap- of kalmerende middelen is, vooral wanneer men langdurig vliegt, af te raden. Deze middelen verminderen de behoefte om te bewegen. Dit kan overigens ook het geval zijn bij middelen tegen reisziekte.
Om het uitdrogen van het neusslijmvlies tegen te gaan kan gebruik worden gemaakt van een spray met een zeezoutoplossing. Deze kan zonder bezwaar onbeperkt worden gebruikt.
Bert Kloosterman, natuurgeneeskundige
info@gezondbeterworden.nl/0543 565253
P.S. redactie DNUA:
Voor een lange vliegreis is het raadzaam om steunkousen, of beter nog een steunpanty, te dragen, zoals ook piloten en stewardessen wel doen. De site www.stessonline.nl onderscheidt steunpanty’s in 3 steunklasses: klasse 1 wordt aangeraden ter voorkoming van klachten; klasse 2 is er voor als u al last heeft van uw benen, lichte spataderen, vermoeide benen, rusteloze benen; klasse 3 is er voor als u al problemen met uw benen heeft gehad, zoals trombose, spataderen, etc.
Mannen kunnen waarschijnlijk goed slagen bij een atletiekwinkel
Gepubliceerd in: DNUA 238 juli – augustus 2015