Herfstsomberen
Uit: Nr. 264, nov/dec 2019
Elke zondag rond 11:30 uur vertelt Jaap Huibers zijn column in het programma M Magazine op radio M Utrecht. Onderstaand de tekst van zijn column.
Herftsomberen – over vallende bladeren, kikkers en de kracht van goud – ieder jaar weer, zelfs in toenemende mate…
Als de bladeren gaan vallen, de kracht van het zonlicht afneemt, de dagen korter worden en de nachten soms erg lang zijn, dan ontstaat er in de ziel, de psyche van veel mensen een somberheidsgevoel; dat dan wordt benoemd met de nietszeggende kreet: najaarsdepressie.
Er is namelijk geen sprake van ‘depressie’ in strikte psychiatrische zin. Mensen die gedurende de herfst- en winterperiode wat somberder zijn – iets ervaren van hetgeen vroeger zo mooi werd verwoord met dat unieke, oude woord ‘weemoed’ – zijn geen depressieve patiënten. Integendeel, want in feite leven deze mensen meestal nog innig verbonden met de natuurlijke processen en ritmen. Het kernprobleem is dat er in deze tijd nauwelijks meer ruimte en omgangsmogelijkheden zijn voor en met die natuurlijke processen en leefritmen. De 24-uurs economie, de ‘robotachtige’ manier van leven die door internet en het ‘alles moet digitaal’ wordt afgedwongen, biedt geen ruimte voor misschien dat laatste stukje echte eigenheid van het menselijk wezen.
Want wat gebeurt er nu eigenlijk in een mens, in zijn hersenen, zijn lichaam, als de bladeren vallen en het zonlicht in kracht afneemt? Kijk (en dat is best wel boeiend, want we kunnen het o.a. van de kikkers leren): als de dagen korter worden en de nachten langer en het zonlicht in kracht afneemt, kruipen kikkers in de modder. Dat doen ze op een heel bijzondere wijze. De oogkassen van een kikker staan wat hoog op de kop geplant. Tussen die twee ogen zit een soort ‘dalletje’, en dat dalletje bevindt zich gedurende de donkere dagen van het jaar aan de bovenrand van de modder waarin de kikkers zijn weggekropen om de donkere tijd zo goed mogelijk te kunnen doorstaan. In dat dalletje tussen de kikker-ogen bevinden zich weefsels, noem het orgaantjes, iets dat heel erg verwant is met wat bij de mens de epifyse wordt genoemd en uiterst lichtgevoelig is. Zodra dat orgaantje tussen de twee ogen in het voorjaar een toename van intensiteit van het zonlicht ervaart, kruipt de kikker uit de modder en gaat zich in de heerlijke warmte van de klimmende voorjaarszon voortplanten.
Bij de meeste mensen gaat de epifyse vanaf en na de puberteit ‘verkalken’. Toch blijken er mensen te zijn bij wie de epifyse, of pijnappelklier, nog iets van enige werking bezit. In vroeger tijden werd de epifyse ook wel het ‘derde oog’ genoemd, ofwel, het orgaan dat uiterst gevoelig is voor ‘lichtkrachten’ van de zon. Mensen bij wie de werking van de epifyse niet volledig is verdwenen, zijn dikwijls heel erg sensitieve mensen. Deze mensen voelen en ervaren altijd net ‘iets meer’ dan de gemiddelde mens. Ze hebben een sterk ontwikkeld intuïtief vermogen en leven in hun diepste kern nog vanuit een soort ‘alziend oog’ dat zeer gevoelig is voor de lichtkracht en lichtenergie die ons vanuit de zon bereikt.
Een van de beste middelen om dat afnemen en eventueel gebrek aan lichtkracht in het najaar enigszins te compenseren en aan te vullen is goud. Vele jaren heb ik die typische ‘herfstsomberaars’ kunnen helpen met de homeopathische verdunning van goud, ofwel, Aurum metallicum 4CH (iedere ochtend bij het opstaan 3 of 4 korrels opzuigen gedurende de herfst- en wintermaanden).
In alle oude culturen, al duizenden jaren geleden, werd goud aangemerkt als het ‘zonnemetaal’. Of wel: goud is op materieel, stoffelijk niveau de drager van het Licht dat de Zon uitstraalt.
En die door artsen al heel snel voorgeschreven antidepressiva, als de herfst wat somber stemt? Ach, kom nou toch… Er is helemaal geen sprake van een echte depressie. Er is een tekort aan Zonnekracht! En dan biedt gepotentieerd goud (Aurum metallicum 4CH) dikwijls veel Licht…
Jaap Huibers, Amerongen
www.rtvutrecht.nl/jaaphuibers