Fit in de zomer

Uit: Nr. 262, jul/aug 2019

De zon schijnt volop, de hele natuur is in volle bloei. De dagen zijn lang, de nachten kort. Er is volop activiteit, vrolijkheid en warmte.

De natuur gaat van groei (lente) naar bloei. In deze fase is alle energie naar buiten gericht. Volgens de traditionele Chinese geneeskunde staat in de zomerperiode het vuurelement centraal met de hart­meridiaan, de dunnedarmmeridiaan, de hartbeschermer en de drievoudige verwarmer. Deze meridianen beginnen of eindigen in de vingers.

Vuur heeft de kracht om dingen om te zetten, te transformeren. Bijvoorbeeld door vuur wordt hout as. Denk eens aan de uitdrukking ‘in vuur en vlam staan’ voor iets of iemand.

Het hart voorziet alle weefsels en het hele lichaam van bloed. Ook horen in de traditionele Chinese geneeskunde de emoties liefde en vreugde en het zintuig de tong bij het hart. Een bekende uitspraak is: het hart op de tong hebben.

De dunne darm regelt in de spijsvertering het splitsen in de verschillende voedingsstoffen en selecteert wat door kan naar de bloedsomloop. De dunne darm heeft zo een beschermende functie: het bewaakt wat door kan naar het hart. Dat werkt ook zo met binnengekomen emoties: wat kan door naar het hart en wat kan beter nog even verteerd worden.

Ook de twee andere meridianen, de hartbeschermer en de drievoudige verwarmer, hebben beschermende functies voor het hart. De hartbeschermer is verbonden met het pericardium, het hartzakje, en tevens het buitenste vlies van het hart. De belangrijkste taken zijn dan ook het hart tegen letsel te beschermen: van buitenaf, van shock of emotionele trauma’s. De taak van de drievoudige verwarmer is het transformeren en reguleren van vloeistoffen in de verschillende lichaamsdelen.

Als het vuurelement in balans is, dan schijnt het vuur naar buiten. Het gezicht ziet er fris, glanzend en helder uit.

Tijdgebrek en tijdsdruk werken balansverstorend. Het gevoel hebben in tijdnood te zitten, iets moet vóór een bepaalde tijd af zijn, grote geestelijke inspanning, leveren veel stress op. Het hart heeft daar het meest onder te lijden. Naast grote inspanning leidt stress vaak tot droogte in het lichaam: vuur verdampt water. Dit kun je bijvoorbeeld merken doordat je een droge mond hebt.

Klachten die kunnen ontstaan bij een disbalans in het vuurelement zijn beklemming op de borst; slaapproblemen; gerstekorrels; pijnlijke polsen, ellebogen en schouder­bladen; blaasontsteking; hoofdpijn.

Je kunt veel doen om de balans in het vuurelement te behouden / herstellen:

a. Nachtrust

• Start de dag eerst met echt tijd voor jezelf! Dus eerst tanken en dan pas rijden.

• Bouw overdag rustpunten in, waardoor adrenaline af kan nemen. Doe een korte oefening of kijk een paar minuten uit het raam. Let erop dat je lang uitademt.

• Neem regelmatig een voetenbad met een paar druppels lavendelolie of geniet eens per maand van een voetmassage of een lichaamsmassage.

• Zorg dat televisie en andere elektrische apparaten in je slaapkamer uitgeschakeld zijn.

• Plaats je duim op je middelvinger, dit is een rustgevend acupunctuurpunt.

b. Voeding

Als je een droge mond krijgt, heeft je hele lichaam dorst. We transpireren in de zomer meer om de organen en de weefsels te koelen. Te veel warmte kan ook ontstaan door overmatig gebruik van alcohol, koffie, sigaretten. Ook pittig en sterk gekruid voedsel geven je lichaam extra warmte. Bij inspannende geestelijke activiteit en stress helpen bittere slasoorten zoals rucola. Zij werken ook verkoelend. Rucola is heel makkelijk zelf te kweken, op het balkon of in de tuin. Ook fruit heeft in de zomer een verkoelende werking.

c. Bewegen

Een zomeroefening: strekken van armen, polsen en handen:

1. Vouw de handen samen en strengel de vingers ineen. Rek op een uitademing de armen eens lekker uit naar voren en houd even vast.

2. Ontspan en adem in, houd de armen naar voren, en strek weer op een uitademing naar voren en houd weer even vast.

3. Ontspan en adem in, breng de armen richting het plafond en strek uit op een uitademing. Houd weer even vast.

4. Ontspan, adem in, en strek weer uit op een uitademing en houd weer even vast.

5. Breng de armen zijwaarts, handen wijzen omhoog en strek uit op een uitademing. Houd even vast.

6. Ontspan weer en adem in. Op een uitademing strek je de armen weer naar buiten.

7. Haak dan de vingers ineen achter de rug en strek de armen weer een paar keer van de rug af zoals hiervoor beschreven.

8. Blijf hierna even rustig staan en adem nog een paar keer goed in door de neus, en vooral lang uit.

Els van Tol

elsvantol@kpnmail.nl