Salutogenese

Uit: Nr. 274, jul/aug 2021

Oorzaken van gezondheid

Toen ik begin september 2020, na afloop van een boeiend seminar, aan spreekster Birgit Spoorenberg vroeg of ze een artikel wilde schrijven voor De Natuur Uw Arts, gaf ze als antwoord: ‘Ik ben geen schrijver, ik ben een verteller’. Ik zei: ‘Oké, dan stel ik dit voor: als ik jouw presentatie mag hebben, dan maak ik daar, samen met mijn eigen aantekeningen, een verhaal van. Is dat goed?’ En u weet nu het antwoord, want hieronder staat mijn interpretatie van haar verhaal.

 

Het is veel wat Birgit verteld heeft. De redactie heeft haar verhaal daarom in tweeën geknipt. In dit nummer leest u het eerste deel, het tweede deel komt in een volgend nummer van DNUA.

In dit eerste artikel komen de volgende onderwerpen aan bod: epigenetica, stress, cortisol, afweersysteem en darmen.

Inleiding

De gezondheidszorg is helaas verworden tot ziekenzorg. In 2014 hadden we al 8,2 miljoen chronisch zieken, waarvan een deel, zo’n 70%, zelfs meerdere aandoeningen had. Multimorbiditeit noemen we dit. En als we dan beseffen dat de gemiddelde leeftijd waarop een eerste chronische ziekte zich openbaart ook nog steeds daalt – bij vrouwen in tien jaar tijd van 48 naar 42 en bij mannen van 54 naar 48 jaar – dan kunnen we ons afvragen: hoe kan dit? Hoe is het mogelijk dat in de westerse wereld, waar steeds meer kennis is, dat in die wereld mensen toch steeds zieker worden? We worden dan wel ouder, maar we krijgen ook een steeds grotere ziektelast.

Een andere conclusie die we kunnen trekken, is dat de meeste medicijnen dus kennelijk geen geneesmiddelen zijn, want ze genezen niet.

Birgit wilde met haar lezing laten zien wat er wel nodig is om gezond te blijven, of om weer gezond te worden.

De gezondheidszorg is helaas verworden tot ziekenzorg.

Epigenetica

Vergelijk je genen eens met de toetsen van een piano. Elk merk en type piano heeft zijn eigen klankkleur, maar uiteindelijk bepaalt de pianist welke melodie eruit komt. En die pianist ben jij zelf. Daarbij beïnvloed door je omgeving, je school, je ouders, broers en zussen. Maar ook door voeding, leefstijl, straling en gifstoffen. Dit geheel aan beïnvloeders noemen we: epigenetica.

Inmiddels weten we dat zitten ’het nieuwe roken’ is. Met andere woorden: als we langer dan een half uur zitten, dan treedt ons stresssysteem in werking. Dit zorgt op den duur voor een hoge bloeddruk (hypertensie), met alle gevolgen van dien. Het heeft vrijwel nooit iets met erfelijkheid te maken, maar alles met voeding en leefstijl.

Een voorbeeld: Japanners hebben weinig last van hart- en vaatziekten of van hoge bloeddruk. Ze eten veel vis en zeegroenten, zoals zeewier en algen. Echter, zodra Japanners naar de VS verhuizen en overstappen op het Amerikaanse fastfood, ontwikkelen ze na verloop van tijd dezelfde ziekten als de Amerikanen. Japanners die naar de VS verhuisden, maar thuis gewoon Japans bleven eten, kennen die problemen niet.

Evolutie

De mensachtigen bestaan ongeveer 5 miljoen jaar en de homo sapiens, de mens als soort, bestaat nu ongeveer 200.000 jaar. Tot ca. 10.000 jaar terug leefde men als jager-verzamelaar. Daarna stapten we over op landbouw. Zo’n 200 jaar geleden begon de industriële revolutie; niet veel later begon de eerste industriële voedselbereiding.

De laatste 70 jaar verbouwen we voedsel met behulp van kunstmest en bestrijdingsmiddelen en zijn we massaal overgestapt op kant-en-klare voeding, met allerlei vreemde, vaak onnatuurlijke toevoegingen.

Sinds het ontstaan van de mens is ons DNA ongeveer 1% veranderd, terwijl onze voeding voor ons, als jager-verzamelaar, onherkenbaar is… en dus ook voor ons lichaam.

Stress

Stress is een natuurlijke reactie die optreedt zodra er een bedreiging is. Stel: je wordt achterna gezeten door een leeuw, je dreigt te verdrinken of te worden overreden door een groot voertuig. Op dat moment gaat je ’overlevingsknop’ om en kies je voor vechten, vluchten of bevriezen – al naar gelang de voor die situatie meest effectieve reactie. Je lichaam zet de ’spijsverteringsknop’ uit, inclusief alles wat met voortplanting te maken heeft. Wat daarentegen razendsnel aangezet wordt, is het hormoonstelsel dat volop adrenaline gaat aanmaken, het overlevingshormoon. Voor ons zijn dit soort bedreigingen ‘oude vrienden’. Ons lichaam herkent ze en weet hoe er mee om te gaan: het is acute stress.

Het wordt een ander verhaal als het gaat om chronische stress, veroorzaakt door angst, verdriet, of zorgen om van alles en nog wat. Dit komt vanuit het denken. Het is piekeren – en dus abstract. Er staat niet echt een roofdier op de stoep; het is een waanidee, soms gebaseerd op eerdere traumatische ervaringen, maar ook vaak ontstaan uit eigen bedenksels.

Acute en chronische stress ontlokken toch eenzelfde soort reactie aan het lichaam. Dus of er nu een leeuw achter je staat of je bent bang voor een gesprek met je baas: in je lijf gebeurt hetzelfde. Zodra de hersenen een mogelijke bedreiging registreren (dat gebeurt in de amygdala, een amandelvormige structuur in de hersenen) slaat het hele organisme alarm. De amygdala koppelt de emotie aan de ervaring. Dat betekent dat bij een volgende, soortgelijke ervaring, de emotie er meteen is. En dus ook meestal de bijbehorende stress.

Ogenblikkelijk worden stresshormonen (o.a. adrenaline) afgescheiden door het bijniermerg. Hierdoor versnelt het hartritme, nodig om bloed naar de spieren te pompen; de ademhaling wordt sneller en oppervlakkiger, want de spieren kunnen de zuurstof goed gebruiken. Het is dus vechten, vluchten of bevriezen.

Cortisol

Na de alarmfase komt er een tweede stress-fysiologisch systeem op gang, waar ditmaal de bijnierschors nauw bij betrokken is. Het cruciale hormoon dat nu wordt afgescheiden is cortisol. De voornaamste rol van cortisol is ervoor te zorgen dat je op langere termijn het hoofd biedt aan de bedreigende situatie, onder meer door de bloedsuikerspiegel te verhogen. Die brandstof heb je immers broodnodig.

Zie hier ook de relatie tussen stress en diabetes!

Eén van de ingrijpende gevolgen van de cortisolproductie is de onderdrukking van de activiteit van het immuunsysteem. Deze biedt normaal gesproken, via ontstekingsprocessen, weerstand tegen lichaamsvreemde stoffen en bestrijdt bijvoorbeeld ook kankercellen.

Het onderdrukken van de activiteit van het immuunsysteem gebeurt niet zonder reden. Wanneer je alle energie nodig hebt om te vechten of te vluchten, kunnen herstel­processen zoals ontstekingsreacties die de wondgenezing bevorderen, of verdedigingsprocessen tegen tumoren, wel even wachten.

De laatste 70 jaar verbouwen we voedsel op basis van kunstmest en bestrijdingsmiddelen, zijn we massaal overgestapt op kant-en-klare voeding, met allerlei vreemde, vaak onnatuurlijke toevoegingen.

Vaak wordt een stresssituatie ontkend. Je bagatelliseert de stress en je gaat door in de ziekmakende situatie.

De hippocampus is het gebied dat er voor zorgt dat je geheugen functioneert, maar het reguleert ook je stemming en zorgt voor een gepaste reactie op stress. Na een stressvolle gebeurtenis is een haperend geheugen een gevolg, net zoals een haperend herstel. De hippocampus regelt dat de omhoog geschoten stresshormoonniveaus worden teruggeschroefd.

Echter, zodra de hippocampus overbelast wordt, zien we een hoog cortisolniveau. Gevolg: gevaar voor hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten en een krimpend brein met mogelijk een verhoogd risico op dementie en Parkinson.

Als een moeder voor de geboorte van haar baby veel stress ervaart, heeft dat ook impact op de baby. De stressstoffen, m.n. cortisol, verhogen de alertheid van de baby, maar zorgen ook voor een kleinere hippocampus. Dit zorgt weer voor minder demping, met als mogelijk gevolg: minder concentratie (ADHD-achtige symptomen), meer agressie, neiging tot overeten, enz.

Een verhoogd cholesterol komt meestal niet door een bepaalde voeding. Stress, toxische belasting en infectiehaarden in het lichaam spelen een belangrijkere rol. Bij stress komt het stresshormoon cortisol vrij. Het cholesterol zorgt voor het vervoer van cortisol in het lichaam, waardoor het in grotere hoeveelheden wordt aangemaakt.

Afweersysteem

Kortom, stress mobiliseert het afweersysteem. Dit afweersysteem bestaat uit een drietal denkbeeldige lagen:

De stadsmuur: huid en slijmvliezen. Deze vormen de eerste barrière. Op de huid en de slijmvliezen bevinden zich ook bacteriën die helpen om virussen, schimmels en ziekmakende (pathogene) bacteriën onschadelijk te maken.

De wilde honden: ‘natural killer cells’ en macrofagen. Deze rennen overal achteraan en bijten om zich heen. Ze proberen te verjagen en eventueel te doden, maar het gaat weinig specifiek.

De edele ridders: zij gaan doelgericht af op de echte vijand. Ze hebben geleerd wat de kenmerken van die vijand zijn. Sterker nog, zij willen zo nu en dan geconfronteerd worden met de vijand, om hun geheugen weer op te frissen.

Het is dus goed is om af en toe besmet te worden met een griepvirus, zodat je soms een klein beetje ziek wordt, maar veel minder dan een eerste keer.

Darmen

Darmen zijn meer dan een lange slang waarin het voedsel verteerd wordt. De binnenkant van de darm heeft allemaal uitsteeksels, waardoor het oppervlak enorm vergroot wordt.

Op deze binnenkant bevindt zich een soort slijmlaag met allerlei soorten bacteriën: het microbioom, ook wel darmflora genoemd. Zonder deze bacteriën kunnen we niet leven. De samenstelling van dit microbioom is bepalend voor onze gezondheid.

Hoe gezonder we eten en leven, hoe meer variatie er is in het microbioom. Een slechte voeding, een ongezonde leefstijl en stress verminderen de gezonde variatie.

Als gevolg van ontstekingen wijken de darmcellen uiteen en komen er toxische (giftige) stoffen in de bloedbaan. Vervolgens worden deze stoffen door het hele lichaam vervoerd, ook naar de hersenen. Dit is de zogenaamde darm-brein as. Dit kan op termijn leiden tot allerlei ziekten, zoals depressies, dementie en lymfeklierontstekingen. We zien dus dat onze darmconditie behoorlijk bepalend is voor hoe wij ons voelen.

De dikke darm heeft een uitgebreider bacteriebestand dan de dunne darm. In de dikke darm worden, met behulp van vezels, ketenvetzuren gemaakt, zoals butyraat (boterzuur) en vitamine K.

Deze ketenvetzuren zijn belangrijk voor onder meer de volgende zaken:

• helpen om op gewicht te blijven

• helpen een lekkende darm te herstellen

• stimuleren de bloeddoorstroming in de dikke darm

• verhogen de opname van vitaminen en mineralen

• verminderen de groei van ziekmakende bacteriën

• verhinderen de opname van gifstoffen uit voeding

Daarom is het eten van plantaardig voedsel zo belangrijk. Dierlijk voedsel levert nauwelijks nuttige vezels voor de dikke darm. De gewenste hoeveelheid vezels per dag, voor een volwassene, is 30 tot 40 gram. Dat is, per dag, minimaal 250 gram groente en 200 gram fruit en verder wat volkorenproducten, peulvruchten en een handje noten.

John Koezen

www.mensennatuur.net

info@cursussalutogenese.nl