De aardpeer en de aardappel

Uit: Nr. 255, mei/jun 2018

Als ik zeg Helianthus tuberosus L. en Solanum tuberosum dan denkt u waarschijnlijk: die ken ik niet. Maar u kent ze allebei vrij goed, en wel in de keuken. De een is wat langer bekend dan de ander. Jawel, ik spreek over de aardpeer en de aardappel. Naast het culinaire gebruik zijn ze ook nog eens geneeskrachtig.

Hoewel in één adem genoemd, zijn ze geen familie van elkaar, ook al zou je dat gezien de Nederlandse naam wel denken. De aardpeer komt uit de samen­gesteldbloemigenfamilie en de aardappel komt uit de nachtschadefamilie. Toch wil ik ze beide behandelen en wel omdat de aardpeer, voordat de aardappel populair was, heel veel gebruikt werd in de keuken. De aardpeer is druk bezig met een opmars en staat nu bekend als ‘vergeten groente’.

De aardpeer

De Helianthus tuberosus L. wordt ook wel de aardartisjok genoemd. Het is een snelgroeiende plant, die wel 3 meter hoog kan worden. Eenmaal geplant, is er moeilijk van af te komen. Een klein stukje knol achterlaten, geeft alweer een nieuwe plant. Hij heeft lange dunne stengels waar helemaal aan de top in erg warme zomers een klein geel bloemetje bloeit in september / oktober. Het is een winterharde plant, die blijft bestaan en niet zoals de aardappel uit de grond gehaald hoeft te worden aan het einde van het seizoen.

De plant – die oorspronkelijk uit Zuid-Canada en Noord-Amerika komt – heeft zich verspreid door heel Amerika. De Indianen kenden de plant al en lieten de knollen in putten gisten om de voor de mens onver-teerbare inuline om te zetten in fructose, waardoor ze nog meer voedingswaarde kregen. In 1550 is de plant door de Fransman Samuel de Champlain geïntroduceerd in Europa. Hij was enorm populair totdat de aardappel hem verdrong. In de Tweede Wereldoorlog was het nog een noodgewas, maar is daarna in de vergeethoek beland.

Na de eerste nachtvorst kan de knol, in november / december en daarna gedurende de hele winter, geoogst worden. De knollen moeten voor consumptie gekookt worden en hoeven dan niet geschild te zijn. Na het koken laat de schil makkelijk los.

De aardpeer bevat veel inhoudsstoffen, waarvan ik een paar belangrijke benoem. Met een gehalte aan koolhydraten van 13-20% bevat het dus weinig calorieën.

Inuline (voornamelijk in de herfst) heeft een zwak zoete smaak; het is voor de mens onverteerbaar en doet de bloedsuikerspiegel niet of nauwelijks oplopen; daardoor is het geschikt als suikervervanger (o.a. bij diabetes type 2). Inuline wordt ook gebruikt als voeding voor de bifidobacterie die zorgt voor een gezonde darmflora. Hierdoor ben je beter beschermd tegen ziektekiemen in de darmen (diarree), en tegen woekering van verkeerde bacteriën in het darmslijmvlies; ook verbetert het de immuniteit.

De aardpeer verbetert de opname van mineralen (waaronder calcium) in het darmslijmvlies, waardoor hij ingezet kan worden bij osteoporose. Hij is licht vochtafdrijvend en zorgt verder voor een goede darmflora; hij is licht laxerend en helpt bij verstopping.

Door de geringe hoeveelheid calorieën wordt de aardpeer ook ingezet bij obesitas; het zorgt voor een sneller gevoel van verzadiging. De ingenomen koolhydraten worden langer vastgehouden, waardoor ze minder snel verteerd worden.

Ook ontzuurt hij het lichaam, waardoor hij inzetbaar is bij reuma en jicht.

Hij bevat ook isoflavonen die een belangrijke rol spelen als fyto-oestrogeen (= plantaardige oestrogenen; dragen o.a. bij aan een evenwichtige hormonenbalans; red.). Verder bevat de aardpeer de nodige vitamines (B, C, E en K), mineralen (natrium, kalium calcium, fosfor, ijzer, mangaan, koper en zink), eiwitten en enzymen.

De aardpeer kan ook als tinctuur worden gebruikt.

De aardappel

De Solanum tuberosum wordt elk jaar gepoot. Hij wordt ongeveer 80 cm hoog en geeft mooie witte of paarse bloemetjes. Hij maakt ondergrondse uitlopers die eigenlijk de voedingsbron van de plant zelf zijn. De knollen ofwel de aardappels zitten vol met zetmeel.

De plant is al bekend in Peru en Bolivia sinds de 2e eeuw. De indianen gebruikten het giftige gedeelte (waar ik verder niet op zal in-gaan) van de aardappel om in contact te komen met hun voorouders. Iets later dan de aardpeer is hij vanuit Amerika naar Europa gekomen, maar hij werd vooral gebruikt als sierplant. Er wordt verteld dat men eerst probeerde om de bovengrondse knolletjes te eten, maar die smaken vies. Uit frustratie gooide men de plant, samen met de ondergrondse knollen op het vuur. En toen proefden ze voor het eerst de gepofte aardappel.

In de 18e eeuw werd door dhr. Parmentier de voedingswaarde bewezen en sindsdien wordt de plant in heel Europa verbouwd. Het werd ‘volksvoedsel nummer één’. In Ierland kwamen er, toen de oogst in de 19e eeuw mislukte, zelfs 2 miljoen mensen van de honger om.

De groene delen van de knol mogen niet worden gebruikt, want die bevatten solanine dat bij een teveel zelfs dodelijk kan zijn. De normale aardappelknol bevat o.a. zetmeel, alkaloïde, glycoside, organische zuren, vitamine (B en C) en mineralen (mangaan, kalium en natrium).

Vaak kent men wel de culinaire toepassingen van de aardappel, maar hij is ook zeer geneeskrachtig. Daarvoor kan het sap en rauwe of gekookte aardappels worden gebruikt. Het sap niet langer dan 6 weken innemen. Het sap van de rauwe aardappel verwijdert urinezuur en is dus heel goed te gebruiken bij reuma, jicht en spit. Het sap wordt ook gebruikt bij zware aanvallen van maagzuur, maagpijn en het werkt preventief tegen maagzweren.

Zoals gezegd: gebruik het sap van de aardappel niet langer dan 6 weken!

In de schil gekookte aardappel kan geprakt in een kompres (lapje schone katoenen stof) gebruikt worden bij zowel rode als pijnlijke gewrichten, ter verlichting van reuma en bij steenpuisten / abcessen. Ook kan het toegepast worden bij middenoorontsteking i.p.v. de welbekende rauwe ui. Bij nierbekkenontsteking kan een kompres ter hoogte van de nieren verlichting geven. Een kompres is ook geschikt als leverpakking.

De rauwe aardappel in geraspte vorm is geschikt bij wintervoeten- en handen, het verkoelt en heelt de huid bij kleine brandwonden (zolang deze niet open zijn) en verkoelt huidaandoeningen. Bij pijnlijke ogen kan een kompres (katoenen lap) van de rauwe geraspte aardappel helpen.

In de lente kun je een aardappeldieet nemen omdat het ontslakkend werkt; als het zoutarm klaargemaakt is, verlaagt het ook hoge bloeddruk.

Enkele recepten:

Hoofdpijn: plat op bed gaan liggen, enkele dikke plakken rauwe aardappel op de slapen leggen.

Blauwe plek: geraspte rauwe aardappel; vaak verversen.

Kringen onder de ogen: geraspte aardappel met enkele druppels citroensap en een theelepel zonnebloemolie; doop er twee watjes in en leg ze onder de ogen.

Lichte verbranding: mengsel rauwe geraspte aardappel met wat olijfolie; het helpt ook bij zweren en ontstekingen.

Maagzweer / maagpijn: voor iedere maaltijd een glas met water verdund rauw aardappelsap.

Bijwerkingen: Zoals eerder genoemd niet de groene delen gebruiken, evenals onrijpe aardappels; die kunnen giftig zijn. Het blijft natuurlijk wel een nachtschadeplant. Zeker zwangeren moeten hiervoor oppassen i.v.m. het gevaar voor misvormingen bij de foetus.

Zo ziet u de normaal gebruikte voedingsmiddelen eens van een heel andere kant!

Marjan Hofstra, kruidenvrouw

kruidenkracht@hotmail.com