Ontlastings- en darmproblematiek – B.S.M.-de Jong-therapie
Uit: Nr. 266, mrt/apr 2020
Aanpak en visie vanuit B.S.M.-de Jong®
In eerdere edities van ‘De Natuur Uw Arts’ (256 en 257) heeft u kennis kunnen maken met Brain Stimulating Method-de Jong®. Vaak wordt deze methode geassocieerd met kinderen, maar er zijn ook al vele volwassenen geholpen met deze unieke visie en behandelingen. Als voorbeeld hiervan in dit artikel een casus van een volwassene.
Ontlastings- / darmproblematiek, misschien kent u het wel. We hebben het dan over ongewild verlies van ontlasting, buikpijn, onregelmatige frequentie, en slechte aansturing. De cliënt in kwestie voelt zich er al vele jaren door beperkt en wil daar nu eindelijk eens écht vanaf. Via mond-tot-mond-reclame weet ze de praktijk te vinden; de verhalen over goede ervaringen van meerdere mensen uit haar netwerk zijn hieraan vooraf gegaan.
Na een uitgebreide anamnese blijken de problemen van deze, inmiddels volwassen, cliënt deels al voort te komen uit haar periode in de baarmoeder. Daarnaast was er sprake van geboortetrauma, waarbij we wel kunnen spreken van stress.
Dit geboortetrauma blijkt uit het feit dat cliënt als ‘sterrenkijker’ – met haar hand naast het hoofd, een zogenaamd ‘hoerahandje’ – is geboren. Dit zijn allemaal geboortefactoren die één of meerdere obstructies van de Nervus vagus in de hand werken. Vanwege deze factoren werd destijds de keuze gemaakt een episiotomie (knip) te zetten, zodat er meer ruimte ontstond om geboren te worden.
Eén van de nadelen van een episiotomie is dat het ‘opstarten’ en aanjagen van de Nervus vagus tijdens de geboorte door gemiste druk op achterhoofd, nek en schoudergebied minder goed gebeurt. Voor mij als therapeut is het dan niet verwonderlijk dat een cliënt lichamelijke problemen krijgt, met tijdens het vorderen der jaren steeds meer klachten, een kettingreactie die onvermijdelijk is. Wat dan vervolgens in de praktijk gezien wordt, zijn verschillende ontwikkelingsproblemen, in dit geval dus ontlastingsproblematiek, inclusief het ongewild tussentijds verlies van ontlasting.
Nervus vagus
De Nervus vagus is de 10e craniale zenuw, een zeer lange zenuw die ‘zwervend’ van de hersenstam naar onze ingewanden vertakt is. Deze zenuw is voornamelijk verantwoordelijk voor het ontvangen van sensorische input via zenuwbundels (ganglia) en de verwerking van deze input. Bij B.S.M.–de Jong® wordt er altijd voor gezorgd dat deze 10e hersenzenuw vrij is van obstructies op zijn weg door het lichaam. Dat wordt gedaan door middel van testen, behandelingen en oefeningen. Alleen wanneer deze zenuw vrij is, kan deze al zijn doelen (organen) goed bereiken. Feitelijk is de Nervus vagus één van de belangrijkste pijlers van onze methode.
In de medische wetenschap staat beschreven dat deze sensorisch afferente (aanvoerende) zenuw gevoelig is voor pro-inflammatoire cytokinen (moleculen die een rol spelen in de immuunafweer). Contact met neuro-excitatorische (= zenuwprikkelende; red.) proteïnen van het aangeboren immuunsysteem geeft signalen naar het brein om ziektegedrag te initiëren. Een infectie van de Nervus vagus kan hiermee organen op zijn weg aantasten. Ook een obstructie kan dit veroorzaken; immers, irritatie leidt tot ontsteking. Het is dus zaak de obstructie weg te halen, zodat de zenuw op zijn weg vrij alle organen kan bereiken.
Het uiteindelijke doel is dus de gehele Nervus vagus in zijn traject na te lopen en vrij te krijgen van obstructies, zodat deze – in het geval van deze cliënt – de darmen weer goed kan gaan aansturen. Het zelfherstellend vermogen van het lichaam wordt hiermee in gang gezet en de ontwikkeling hersteld. Bij B.S.M.–de Jong® hebben we daar alle handvaten voor in huis.
Plan van aanpak is in dit geval geweest de bezenuwing van de Nervus vagus in het gehele traject vrij en geactiveerd te krijgen, waardoor de darmen goed aangestuurd zullen gaan worden. Daarnaast is aangestuurd op verbetering van de werking van enzymen vanuit de pancreas, waardoor we een betere vertering op gang krijgen.
Hiervoor is een specifiek voedingsadvies gegeven en een aantal gerichte oefeningen die speciaal op deze cliënt en haar zorgvraag zijn afgestemd. Deze worden bij vervolgbehandelingen bijgesteld en afgebouwd. De specifieke B.S.M.-oefeningen heffen in dit geval specifieke sensorische stimulatietekorten op en pakken het verteringsprobleem aan.
Tijdens de anamnese komt ook het zoutgebruik aan bod. Al in de baarmoeder start de vertering bij de ongeborene. Deze drinkt vruchtwater en het zout hierin, mits voldoende aanwezig, maakt dat het maagje maagzuur kan gaan aanmaken. Dit is nodig om de pancreas ‘aan’ te zetten en voldoende verteringsenzymen in de twaalfvingerige darm vrij te krijgen. Te weinig maagzuur geeft automatisch te weinig verteringsenzymen.
De cliënts moeder komt uit de generatie waar, vanuit gebruikelijk medisch handelen, een zoutarm advies werd gegeven. Inmiddels zijn we twee generaties verder en wordt er, gelukkig, vanuit reguliere hoek zelden meer een zoutarm dieet geadviseerd. Zout, met name jodiumhoudend, is van het allergrootste belang – naast gezonde voeding – voor onze cellen en de vorming van maagzuur.
Het blijkt dat cliënt al jaren maagzuurremmers gebruikt. Deze ‘verstrakken’ het verteringssysteem. Immers, er was al te weinig maagzuur en nu is er nog minder. Het is eigenlijk niet wenselijk met deze medicatie door te gaan én de problematiek te verhelpen. Een juiste begeleiding hierin en afbouw van de medicatie is onderdeel van het behandelingstraject.
Vanwege de aanmaak van enzymen en de insulinehuishouding komt ook de pancreas in beeld als één van de belangrijkste organen rondom onze vertering. Een goede doorkomst van de Nervus vagus is dus ook voor deze pancreas van enorm belang. Daarnaast kan een vertraagde werking van de pancreas ziekten doen ontwikkelen waar men niet op zit te wachten. De pancreas moet immers ook bergen suikers verwerken, een bijna onmogelijke opgave. En dan hebben we het nog niet over de dagelijkse stressoren die van invloed zijn op de werking van de pancreas.
Doordat de kwaliteit van zowel maag- als darmweefsel onvoldoende is, heeft ook de dunne darm van deze cliënt het moeilijk. Daarnaast is de activiteit van de hersengebieden belangrijk bij het kunnen verteren. De hypothalamusfunctie en Gyrus cingulate (= gordelwinding; red.) zijn beide betrokken bij de vertering. Een zwakke hypothalamusfunctie geeft altijd problemen. Hier wordt een specifieke manier van masseren ingezet, waarmee ook de vertering verbetert. De Gyrus cingulate kan ook goed geactiveerd worden. Bewegen is hier belangrijk en dan met name van de grote gewrichtskapsels die de meeste sensoren bevatten en hun berichten via het verlengde merg en de thalamus naar de Gyrus sturen.
Door de vertering te verbeteren en de Nervus vagus vrij te maken, waardoor deze weer krachtig de darmen aan kan sturen, verdwijnen de ontlastings- en darmproblemen.
Genoemde cliënt is naar grote tevredenheid geholpen. Hiermee is ook haar interesse voor de complementaire geneeskunde vergroot en ontwikkelt zij zich als een ware ambassadeur voor onze praktijk.
Heidi Hendrikse
Therapeut B.S.M.–de Jong® en Embryonaal Geïntegreerde Technieken
Werkzaam op Schouwen–Duiveland en omgeving en in Oud Beijerland.
www.BSMOud-Beijerland.nl
www.bsmdejongtherapeuten.com
Heeft u na het lezen van deze informatie vragen, of bent u misschien geïnteresseerd geraakt in de opleiding tot BSM–de Jong® therapeut? Neem gerust vrijblijvend contact op.
De grondlegster van B.S.M.–de Jong® is Janny de Jong-Koutstaal. Zij heeft in al haar wijsheid al meer dan 40 jaar geleden zeer vele studie-uren besteed aan het ontwikkelen van deze unieke methode. Zij was haar tijd ver vooruit en steeds vaker zien wij nieuwe wetenschappelijke onderzoeken verschijnen die bevestigen dat haar ideeën over neurologie en fysiologie klopten en hoe door oefeningen het zenuwstelsel te versterken is. Heden ten dage, op bijna 85-jarige leeftijd, leeft zij nog steeds op de achtergrond mee met de BBT (Beroepsvereniging voor B.S.M.–de Jong®-therapeuten, zie www.bsmdejongtherapeuten.nl) en werkt mee aan nascholingen, webinars en intervisiemomenten. Onlangs bleek wederom – toen zij wegens gezondheidsklachten beperkt werd in haar motoriek – dat het inzetten van haar eigen oefeningen haar weer op de been hielpen.