The Circle of Life – Humussubstanties

Uit: Nr. 240, november/december 2015

De ‘Circle of Life’ (levenscyclus) betekent in de natuur dat de dood de voedingsbodem biedt voor nieuw leven. Resten van vergane planten en dieren zijn zelfs noodzakelijk in deze cyclus. In dit artikel wordt hierop nader ingegaan.

In de groei van planten zijn er twee processen die we onmogelijk op een synthetische manier kunnen nabootsen. Dat is de fotosynthese en de humificatie. Onder fotosynthese verstaan we de processen die onder invloed van licht plaatsvinden. Hierdoor ontstaat de smaak en ontwikkelen zich de vitamines. Het zonlicht zelf kunnen we deels nabootsen, het hele proces in de plant niet. In dit artikel ga ik met name in op de humificatie. Dat is een fermentatieproces dat zich afspeelt in de resten van planten en dieren. Vergelijk het maar met compost. Het humificatieproces gaat veel langzamer dan bij compost. Deze laatste is in 6 tot 12 maanden gevormd; de humuslaag is tientallen miljoenen jaren oud. En daarmee kan de stelregel gebruikt worden ‘hoe ouder, hoe beter’.

Het afbraakproces is afhankelijk van temperatuur, vochtigheid en de aanwezigheid van zuurstof. Daarom zijn er bepaalde gebieden in de wereld waar de humificatie veel gemakkelijker heeft plaatsgevonden. Deze lagen vormen de basis van de producten die zowel in de landbouw, de veeteelt als bij mensen worden gebruikt. Humus is erg vruchtbaar en bevat een verzameling van verschillende organische stoffen, zeker 60 soorten mineralen, aminozuren, polyfenolen en glycanen in een colloïde vorm. Omdat humus een verzameling is van al deze stoffen wordt ook wel de naam humussubstanties gebruikt. Van nature komt het voor in zowel de bodem als in het water.

We onderscheiden 3 verschillende componenten (zie overzicht):

  • Het fulvinezuur, opgelost in water in de vrije vorm aanwezig; in poedervorm is het gebonden; het is klein moleculair.
  • Het humuszuur, een component met een hoog moleculair gewicht.
  • Het humine, onoplosbaar en eigenlijk ook niet werkzaam.

De exacte samenstelling van humussubstanties is afhankelijk van de bron waaruit het is geïsoleerd en de methode die gebruikt is om deze te winnen. De samenstelling is zo ingewikkeld dat we deze zelfs met de modernste apparatuur slechts ten dele kennen.
Onder het motto ‘gezonde bodem, gezonde planten, gezonde dieren, gezonde mensen’ wordt duidelijk hoe belangrijk deze stoffen zijn voor de gezondheid. Vandaar dat we op dit proces nader ingaan.

Humussubstanties zouden we normaal via onze voeding binnen moeten krijgen. Door het gebruik van de zware machines op het land, landbouwmethodieken (zoals de hydrocultuur), stikstofrijke kunstmest, bestrijdingsmiddelen en de uitputting van de landbouwgronden, wordt de humuslaag langzaam steeds ‘armer’. Hierdoor bevatten onze voedingsmiddelen minder van deze stoffen. Naast de keuze voor biologische groenten en fruit zijn we dan aangewezen op suppletie.
Het productieproces van humuszuren verschilt per leverancier. Belangrijk hierbij is natuurlijk dat deze substanties vrij zijn van allerlei toxische stoffen die in de grond kunnen zitten, zoals zware metalen.
In principe ontstaan de verschillende substanties als volgt:
De ruwe erts wordt samen met water, enzymen en bepaalde bacteriën in fermentatievaten gedaan. De enzymen zorgen voor de scheiding van het fulvinezuur van de humus. Dit fermentatieproces duurt een aantal maanden. Nadat het fermentatieproces is voltooid wordt het geheel gefilterd en wordt het fulvinezuur gescheiden van de humus.
Er zijn een aantal vuistregels die we kunnen gebruiken om de kwaliteit van de humussubstanties te bepalen: fulvinezuur werkt het beste in een ongebonden vorm. Daardoor kan het makkelijk voedingsstoffen en ook giftige stoffen binden. Dit is de waterige oplossing; de kleur is lichtgeel, hoe lichter, hoe beter. Het behoort daarnaast zonder smaak te zijn. In het water mag geen afzetting zijn op de bodem.
Bij humuszuur geldt de regel dat deze zo donker mogelijk moet zijn (zie afbeelding).
Humuszuur en fulvinezuur worden soms gezien als één stof. We zien dat ook in de literatuur waar beide vaak door elkaar gebruikt worden. Toch hebben beide hun eigen kwaliteiten.

Fulvinezuur is laag moleculair en biologisch zeer actief. Met name in de vrije, opgeloste vorm bindt het daarom heel makkelijk mineralen en andere elementen en vormt daarmee een prachtig transportmolecuul, werkzaam tot in de mitochondriën (= celdelen die fungeren als energiecentrale voor de cel; red.). De vaste vorm is meer te vergelijken met humuszuur. Bijzonder is dat, als je fulvinezuur laat indampen tot kristallen, dit bij oplossen in water niet meer terugkeert in de vrije vorm.
Fulvinezuur is in de Chinese geneeskunde al eeuwenlang bekend onder de naam Wu Jin San, het zwartgouden medicijn.
Wetenschappelijk werk van recentere datum laat de enorme potentie zien van fulvinezuur. Het zorgt voor een betere opname van voedingsstoffen, het speelt een rol in de enzymproductie en de hormoonstructuren en is noodzakelijk voor de werking van vitamines. Het is een krachtig natuurlijk antioxidant en vormt een prachtige binder van allerlei toxische stoffen, zoals zware metalen en landbouwgiften. Als mensen fulvinezuur gaan gebruiken zien we in het begin ook vaak donkergekleurde urine die soms behoorlijk kan stinken. Het heeft daarnaast antivirale kwaliteiten.

Humuszuur is een vaste substantie en een goede kwaliteit is volledig oplosbaar in water. Het verschil met fulvinezuur is dat het gebonden is aan mineralen en metalen. Humus bevat zowel humuszuur, mineralen, polyfenolen, aminozuren als essentiële suikers. Opmerkelijk is dat – bij het gebruik van goed oplosbare humussubstanties bij dieren – slechts een zeer geringe hoeveelheid voldoende is om de effecten merkbaar te maken.
In een lopend onderzoek naar de darmgezondheid bij 1000 varkens wordt humuszuur gebruikt in de voeding. De darmgezondheid kunnen we o.a. afmeten aan de lengte van de villi (= darmvlokken; red.) en de diepte van de crypte (zie afbeelding).
Hoe langer de villi en ondieper de crypte hoe gezonder de darm is. Als deze dieren geslacht worden voor de consumptie en de darm wordt onderzocht, zien we beduidend diepere villi en minder diepe crypten.
Ook zien we een betere groei en gezondheid van de biggen. De dieren hebben minder diarree en zijn minder agressief. Toen tijdens het onderzoek de varkensgriep uitbrak in een van de stallen, een voor varkens gevaarlijke ziekte, ging 2% van de varkens die humuszuur gebruikten dood, terwijl dat in de controlegroep 5% was. We spreken hier over 1000 varkens.
De werking op de darm bij dieren suggereert dat het gebrek aan humussubstanties in de menselijke voeding zou kunnen samenhangen met de toename van darmproblemen, zoals het prikkelbaredarmsyndroom.

In een onderzoek bij Chinese kinderen met tekort aan vitamines werd aan de helft van deze kinderen een multivitaminepreparaat gegeven; de andere helft kreeg humuszuur. Onbekend is of er synthetische vitamines werden gegeven. De uitkomst van het onderzoek was dat de kinderen met de humussubstanties een veel duidelijkere verbetering lieten zien.

In een Duits onderzoek werden dieren die planten hadden gegeten met het herbicide glyfosaat (round-up) behandeld met humuszuur. De dieren bleken uitstekend te reageren op deze detox. Een opmerkelijk bijeffect was dat paarden ook veel minder last bleken te hebben van de beten van horzels. Kennelijk waren ze minder aantrekkelijk. We zien overigens ook dat in Scandinavië fulvine-inname gebruikt wordt om honden en katten te behandelen die daardoor minder tekenbeten zouden oplopen. Of dit ook bij mensen het geval is wordt op dit ogenblik onderzocht.

Algemeen kunnen we stellen dat humussubstanties de volgende eigenschappen hebben:

  • ontstekingsremming en pijnstilling;
  • bevordering darmgezondheid bij zowel de prikkelbare darm als bij ontstekingen;
  • immuunstimulering;
  • herstel wonden en brandwonden;
  • stimulering mitochondriën, waardoor de energie verbetert;
  • reductie nitrosatieve stress (= ontsporing stikstofmonoxide; red.);
  • ontzuring;
  • reductie van het aantal bacteriën, virussen en parasieten bij dieren;
  • chelatie (= chemische binding; red.) van zware metalen, landbouwgiften en andere toxines;
  • verlichting eczeem en jeuk.

Conclusie:

In de orthomoleculaire geneeskunde wordt veel aandacht besteed aan de werking van een groot aantal voedingsstoffen. Humussubstanties zijn daarbij nog redelijk onbekend. Bij de meeste planten zien we dat deze niet zonder deze stoffen kunnen groeien. Immers, slechts een paar plantensoorten kunnen groeien in hydrocultuur. Daarnaast: kijk eens naar het verschil in smaak tussen gewassen uit de hydrocultuur en die uit de volle grond. Bij dieren en mensen vormen humussubstanties waarschijnlijk de brug in de werking van vitamines en mineralen. Dat houdt in dat deze laatste alleen kunnen werken in de aanwezigheid van humussubstanties en andersom. Ze bevorderen de darmgezondheid en beschermen tegen een aantal ziekteverwekkers. Ze zijn essentieel voor een goede gezondheid. Het is daarom belangrijk voor ons allemaal om voldoende hiervan binnen te krijgen via onze voeding. Lukt dat onvoldoende, dan zijn we aangewezen op supplementen.

Hans van Montfort, arts en onderzoeker

Centrum voor Integrale Gezondheidszorg Maastricht
www.cigmtr.nl

Oorspronkelijk gepubliceerd in De Natuur Uw Arts, 40e jaargang 2015 nr. 240, pagina 4