Kersen in soorten en het geheim van kersensteeltjes
Uit: Nr. 261, mei/jun 2019
Elke zondag rond 11:30 uur vertelt Jaap Huibers zijn column in het programma M Magazine op radio M Utrecht. Onderstaand de tekst van zijn column.
Hoe heerlijk is dat toch ieder jaar weer, zo begin juni, een pondje kersen, prachtig rood en sappig, liefst direct uit de boomgaard. Om van te smullen. Maar… let wel: de ene kers is de andere niet.
Tegenwoordig zijn er vele soorten kersen te koop. Veelal heel nieuwe rassen. Zelf houd ik erg van die oude kersensoorten, zoals de Vroege Duitse, de Meikers, de Wijnkers en de Varikse Zwarte. Allemaal rassen die qua grootte wat bescheidener zijn dan de meeste nieuwe rassen. Nou ja, economische belangen zijn tegenwoordig belangrijker dan het strelen van het gehemelte met dat uniek tintelende sap van de oude kersenrassen. Het oude gezegde ‘klein maar fijn’ hoort of past niet meer bij deze tijd, waar alles mega en giga schijnt te moeten zijn.
De kers is een vrucht en boom met een oude historie. Je komt de kers tegen in oude geschriften uit West-Azië, waar wellicht de oorsprong van deze boom te vinden is. De Romeinen hebben de kers, al voor het begin van onze jaartelling, mee helpen verspreiden over Europa. Het grappige is dat in het gebied waar Julius Civilus in 69 n.Chr. de Romeinen versloeg – de Betuwe – toch nog iets van die Romeinen is overgebleven, namelijk de kersen. Want de Betuwe, ooit veroverd op de Romeinen, is al vele eeuwen het land, waar de kersen groeien en gekweekt worden.
Kersen bevatten weinig calorieën, wel behoorlijk wat vit. A in de vorm van betacaroteen en ongeveer 10 mg vit. C per 100 gram kersen. Ook bevat de kers behoorlijk wat kalium, kalk, een snufje ijzer en spoortjes vit. B.; 86% is water, maar dan wel erg gezond water!
De kers behoort tot de plantenfamilie der Roosachtigen, de Rosacea. Dat is een uitgebreide plantenfamilie, waar ook de appel, peer, braam, sleedoorn en tal van geneeskruiden toe behoren. Een belangrijk kenmerk van de roosachtige (genees)kruiden / planten is o.a. dat ze op drie (lichaams)terreinen effect kunnen hebben: 1. de spijsvertering, 2. het hart, 3. de vochthuishouding.
Bij ontregelde darmen is Tomentilla, ook een Roosachtige, een prima kruid om wat rust in de darmen te herstellen. Meidoorn (Crataegus) is een van de meest waardevolle kruiden om het hart vitaal en in goede conditie te houden. Meidoorn is ook een Roosachtige. En de kers, ook een lid van de familie der Roosachtigen?
Tja, nu ga ik u een klein verhaaltje vertellen over mijn overgrootmoeder, die ik nog tot mijn 16e jaar heb mogen zien, beleven en ervaren. Ze had enige aanleg om vocht vast te houden, hetgeen zich dan manifesteerde in dikke enkels en voeten. Dan hoorde ik haar tegen mijn oudtante zeggen: Elsje, kind, je moet maar weer eens thee zetten van – en nu komt het – de kersensteeltjes.
Kersensteeltjes als vochtafdrijvend middel, wie kent en weet dat nog? Over-oma was gek op kersen. Ze at ze met een blij gezicht en veel smaak, en de steeltjes werden altijd verzameld, gedroogd en in een goed afgesloten weckglas bewaard om, als het nodig was, thee van te zetten.
Een eetlepel fijn geknipte kersensteeltjes op een halve liter kokend water, 15 tot 20 minuten laten trekken, afzeven en dan door de dag heen opdrinken. Weer jaren later ontdekte ik na intensief speurwerk dat kersensteeltjes een plantaardig stofje bevatten dat de nieren enigszins activeert. Is het niet uniek dat de mensen van ‘heel lang geleden’ dit allemaal wisten?
Die tegenwoordig veel gebruikte plaspillen, ach, dat gaat gewoon door en is nu eenmaal de moderne realiteit. Immers, een arts die thee van kersensteeltjes zou adviseren als vochtafdrijvend middel, wordt door het Medisch Tuchtcollege beslist berispt.
En toch kijk ik, na het smullen en genieten van die heerlijke kersen, altijd nog even naar de steeltjes… Want, die soms unieke geheimen van de natuur kun je niet genoeg bewonderen.
Jaap Huibers, Amerongen
www.rtvutrecht.nl/jaaphuibers