Lichamelijke oorzaken van overgewicht / Deel 6 (slot)

Uit: Nr. 255, mei/jun 2018

In de vorige delen van deze 6-delige serie heeft u kunnen lezen hoe u struikelblokken die succesvol afvallen in de weg staan, kunt herkennen en verhelpen en hoe u overgewicht kunt voorkomen. Dit laatste deel van deze serie laat zien hoe u over­gewicht bij uw kinderen en kleinkinderen kunt voorkomen.

Met de preventie van overgewicht bij volgende generaties moeten vrouwen al voor de conceptie beginnen. Om dit goed te begrijpen, moet u eerst iets meer weten van een compleet nieuwe wetenschap: epigenetica.

Chromosomen, DNA en genen

Eerst even een biologielesje. Het lichaam bestaat uit ongeveer 100 biljoen (een 1 met 14 nullen) cellen. In iedere cel van uw lichaam zitten chromosomen, 23 afkomstig van uw vader en 23 van uw moeder. Chromosomen zijn een soort strengen. Ze bestaan uit een stof die we DNA noemen. In dit DNA zit een soort code waarin al onze erfelijke eigenschappen zijn vastgelegd. DNA is te vergelijken met een ‘kookboek’ voor de opbouw van het lichaam. Het is bijna niet voor te stellen, maar de 46 chromosomen, in elke cel, bevatten tezamen ongeveer 2,5 meter DNA.

Het DNA is onderverdeeld in kleine stukjes, de genen. Genen zijn als het ware recepten uit het kookboek voor hoe het lichaam precies moet worden aangestuurd. De genen worden ‘gelezen’ door heel speciale eiwitten die er voor zorgen dat de instructies die in de genen zijn vastgelegd, worden uitgevoerd.

Epigenetica

In 1990 zijn wetenschappers gestart met het Human Genome Project (HGP), met als doel alle menselijke genen en hun werking vast te leggen. ‘Als dit lukt, weten we precies hoe het lichaam werkt’, was de gedachte. In 2003 werd het HGP gestopt. Er waren maar tussen de 20.000 en 30.000 genen gevonden. Dat is ongeveer net zoveel genen als bij een eenvoudig plantje en zeker veel minder dan nodig is om een complex lichaam als dat van de mens te kunnen doorgronden. Later bleek dat er in het lichaam nóg een systeem actief is, namelijk een epigenetisch systeem, wat letterlijk betekent: boven de genen.

Merktekens

Het lichaam zit dus veel complexer in elkaar dan voorheen werd gedacht. Er is niet alleen een genetisch maar ook een epigenetisch systeem werkzaam om ons lichaam te laten functioneren. Na de conceptie wordt de eerste cel – met de 23 chromosomen van de vader en de 23 chromosomen van de moeder – telkens gedupliceerd. Deze gedupliceerde cellen zijn een exacte kopie van de eerste cel. Ze bevatten allemaal hetzelfde DNA en dezelfde genen. Later worden sommige cellen ‘omgetoverd’ in hersencellen, en andere in hartcellen, levercellen, niercellen, huidcellen, enz. Het lichaam maakt van een embryonale cel een hartcel door alle genen die niets te maken hebben met de hartfunctie door een merkteken onleesbaar te maken. Dit ‘omtoveren’ van cellen noemen we epigenetica.

Communicatie met leefomgeving

Maar deze epigenetische merktekens maken niet alleen tijdens de zwangerschap genen onleesbaar. Dat gebeurt tijdens de rest van uw leven ook. Het klinkt misschien bizar, maar uw genen ‘communiceren’ constant met de buitenwereld. Het lichaam is namelijk in staat om op omgevingsfactoren, zoals voeding, beweging en bijvoorbeeld stress, te reageren door genen onleesbaar of juist weer leesbaar te maken. De genen worden dus aan- of uitgezet, waardoor uw lichaam anders gaat werken op basis van signalen uit uw leefomgeving. Uw DNA is niet in staat om zich snel aan te passen. Het DNA verandert in een miljoen jaar maar ongeveer 0,5%. De evolutie heeft er dus voor gezorgd dat wij ons snel aan kunnen passen op veranderingen in onze wereld, zonder dat het DNA hoeft te veranderen.

Gevolgen epigenetica

Luchtvervuiling met pesticiden veroorzaakt niet alleen directe gezondheidsproblemen, maar heeft ook epigenetische consequenties; er worden in uw lichaam genen onleesbaar gemaakt. Wetenschappers hebben ontdekt dat deze epigenetische aanpassingen kunnen worden doorgegeven aan de volgende generaties: uw kinderen en zelfs uw kleinkinderen. Ook zij onder­vinden dan gezondheidsproblemen van de pesticiden die u heeft ingeademd.

Ook de ramp waarbij de Twin Towers in New York instortten had epigenetische gevolgen. Een aantal zwangere vrouwen die tijdens de ramp in het gebouw waren en de ramp overleefd hadden, bleken later kinderen te krijgen met een afwijkende stressreactie. Wetenschappers denken dat deze afwijkende stressreactie ook zal voorkomen bij de volgende generatie.

Hetzelfde geldt ook voor voeding. Ongezonde voeding heeft niet alleen invloed op uw gezondheid, maar kan ook langs epigenetische weg gezondheidsproblemen bij uw kinderen veroorzaken.

Deze nieuwe inzichten geven een geheel nieuwe kijk op onze gezondheidszorg. Een verkeerde leefstijl kan overgewicht en complicaties als diabetes type 2 bij u veroorzaken, maar heeft vervolgens langs epigenetische weg ook gezondheidsconsequenties voor uw kinderen, kleinkinderen en misschien ook achterkleinkinderen. In de volgende paragrafen een paar voorbeelden.

Calorierestrictie zwangerschap

Het langs epigenetische weg veranderen van het ongeboren kind tijdens de zwangerschap heet Fetal Programming. Deze foetale programmering is door de evolutie ‘bedacht’ om het ongeboren kind, op basis van de leefstijlervaringen van de moeder, aan te passen, zodat het zo goed mogelijk kan overleven in de wereld waar het straks in terecht komt. Maar de evolutie had nog nooit gehoord van de diëten van Sonja Bakker (= calorierestrictie verstopt in afwisseling) en van Dr. Frank (= Atkins met een strenge calorierestrictie). Op het moment dat er tijdens de zwangerschap een dieet wordt gevolgd ‘denkt’ het Fetal Programming Systeem dat het ongeboren kind in een wereld met voedselschaarste terecht komt. Dan wordt, door de juiste genen uit te zetten, de verbranding van het kind permanent verlaagd, zodat het kind een grotere kans heeft om later te overleven.

Maar het kind komt terecht in een wereld met McDonalds en voeding die 24 uur per dag beschikbaar is. Als er geen maatregelen worden genomen, ontwikkelt zo’n kind snel overgewicht. Vaak hebben kinderen van vrouwen die tijdens de zwangerschap te weinig hebben gegeten een laag geboortegewicht. Als ervoor gezorgd wordt dat deze kinderen heel langzaam op hun juiste gewicht komen – waarbij het geven van extra voeding dus vermeden wordt – kan deze verlaagde verbranding weer worden hersteld.

Overgewicht zwangerschap

Eigenlijk begint de preventie van overgewicht bij kinderen al voor de conceptie. Vrouwen die voor de conceptie en de daarop volgende zwangerschap overgewicht hebben ontwikkeld, krijgen kinderen met zeer efficiënt werkende vetcellen. Het epigenetische systeem ‘denkt’ namelijk dat het kind in een wereld van overvloed terecht komt en zorgt ervoor dat al die extra voeding optimaal kan worden opgeslagen. Aanleg voor overgewicht, en uiteindelijk misschien diabetes type 2, is dan vaak het gevolg.

Denk nu niet dat jonge vrouwen nog geen overgewicht hebben, want het Centraal Bureau voor Statistiek meldt het volgende: ‘In 2015 had 26,2% van de vrouwen tussen de 20 en 30 jaar overgewicht. Van de vrouwen tussen de 30 en 40 jaar had 38,5% overgewicht.’ Doordat vrouwen met overgewicht zwanger worden, wordt in de bevolking een explosie van overgewicht veroorzaakt die niets te maken heeft met ‘minder eten en meer bewegen’, de visie van de overheid. Eigenlijk zouden vrouwen eerst op een gezond gewicht moeten komen voordat ze aan kinderen beginnen. Maar aan deze nieuwe inzichten wordt in Nederland helaas helemaal geen aandacht besteed.

Zwangerschapsdiabetes

Het kan nog erger. Kinderen van zwangere vrouwen die zwangerschapsdiabetes ontwikkelen, hebben een achtmaal hoger risico op prediabetes en diabetes type 2. Ook dit wordt veroorzaakt door Fetal Programming, de speciale vorm van epigenetica. Je zou daarom denken dat de gezondheidszorg zijn uiterste best zou doen om zwangerschapsdiabetes bij vrouwen vast te stellen en te behandelen, maar dat is niet zo. Alleen vrouwen die tot een bepaalde risicogroep behoren, worden gecontroleerd. Het is echter nóg veel erger dat de controle in Nederland wordt uitgevoerd op basis van de normale waarden voor de diagnose van diabetes type 2. Dat betekent dat men alleen spreekt van zwangerschapsdiabetes als de nuchtere bloedglucosewaarde hoger is dan 7 mmol/l. Nederland neemt hiervoor niet de lagere, wereldwijd toegepaste waarden over om zwangerschapsdiabetes vast te stellen, zodat er veel gevallen gemist worden.

Deze lagere waarden worden niet gebruikt omdat de Nederlandse gezondheidszorg niet de beschikbare middelen (geld en mankracht) wil of kan inzetten om de extra toeloop van vrouwen met zwangerschapsdiabetes te diagnosticeren en te begeleiden. Dit kortzichtige overheidsbeleid draagt bij aan de epidemie van overgewicht en dia­betes type 2.

Als u zwangerschapsdiabetes in een vroeg stadium bij uzelf wil laten vast stellen, volg dan de wereldwijde richtlijn die aangeeft dat de nuchtere bloedglucosewaarde, veneus (= uit een ader; red.) gemeten, tijdens de eerste 6 maanden van de zwangerschap lager moet zijn dan 5,1 mmol/l. Hogere waarden geven een verhoogd risico op zwangerschapsdiabetes.

Borstvoeding

U kunt nog meer doen om bij uw kinderen overgewicht te voorkomen. Uit onderzoek blijkt dat het geven van borstvoeding de kans op overgewicht bij kinderen op latere leeftijd kan verminderen. Dit gunstige effect van borstvoeding op het gewicht is hard nodig, want jonge kinderen zijn vaak al te zwaar.

Dit probleem komt niet aan het licht omdat de consultatiebureaus nog geen gebruik maken van de op borstvoeding gebaseerde WHO-lengte-gewicht-tabellen, zoals het RIVM adviseert; zij gebruiken tabellen die op het gebruik van kunstvoeding gebaseerd zijn, waardoor de gewichtscurve hoger uitkomt dan die van de WHO. Hierdoor lijkt het of zuigelingen die borstvoeding krijgen, ondergewicht hebben en wordt er door het consultatiebureau vaak ten onrechte een kunstvoeding of bijvoedingsadvies gegeven.

Het wordt hoog tijd dat de consultatie­bureaus het advies van het RIVM overnemen en de huidige op kunstvoeding (Nutricia) gebaseerde lengte-gewicht-tabellen vervangen door de op borstvoeding gebaseerde tabellen van de WHO.

Het vroegtijdig stoppen met borstvoeding is zowel voor moeder als kind erg onverstandig. Borstvoeding beschermt het kind niet alleen tegen overgewicht, maar ook tegen een aantal ziekten die de moeder in het verleden heeft doorgemaakt en waartegen zij bescherming heeft opgebouwd. Het geven van borstvoeding vermindert bij de moeder ook het risico op borstkanker. Aanbevolen wordt om 6 – 12 maanden borstvoeding te geven voor een betere gezondheid van moeder en kind.

Tot slot

Dit was het laatste deel van deze serie.

In deel 1 en 2 heeft u kunnen lezen hoe u bij u zelf verschillende oorzaken kunt herkennen die succesvol afvallen in de weg kunnen staan. In deel 3 en 4 werd uitgelegd hoe u deze struikelblokken kunt verhelpen. In deel 5 gaf ik u richtlijnen om overgewicht op een eenvoudige manier te voorkomen.

Alle delen van deze zesdelige serie laten u duidelijk zien dat overgewicht niet gewoon een kwestie is van minder eten en meer bewegen. Het is dan ook jammer dat de overheid geen aandacht besteedt aan de in deze serie besproken nieuwe inzichten en oplossingen.

Cora de Fluiter

www.coradefluiter.nl

https://www.facebook.com/cora.defluiter