Vitale enzymen

Uit: Nr. 273, mei/jun 2021

Sleutel voor een goede gezondheid

Over vitale enzymen kun je met recht zeggen dat er veel over is geschreven. Denk aan dokter Moerman, dokter Moolenburgh en Bircher Benner, om maar enkele namen te noemen.

Een enzym is een katalysator, een eiwit, die in de cellen van een levend organisme wordt aangemaakt; ze is essentieel voor het leven. Er zijn duizenden soorten en ieder enzym heeft zijn eigen unieke functie. Het aantal en soort enzymen dat in een bepaald deel van het lichaam kan worden ingezet is o.a. afhankelijk van vraag en aanbod. Bij gebruik van veel alcohol bijvoorbeeld zal een deel van de beschikbare enzymen nodig zijn om de alcohol in de lever af te breken. Het is mogelijk dat dit dan ten koste gaat van aanmaak van andere enzymen. Het zou kunnen zijn dat het aantal enzymen dat een mens tijdens zijn leven kan aanmaken, van het begin af aan, vastligt. Dokter Edward Howell noemt dit in zijn boek Enzyme Nutrition, The Food Enzyme Concept, het enzympotentiaal.

Ook dr. Hiromi Shinya ontdekte dat enzymen de sleutel vormen tot een lang en gezond leven. Dat we ondanks alle kosten- verslindende wetenschappelijke onderzoeken naar de oorzaken van kanker geen stap verder komen als mensen niet geleerd wordt anders te eten, want de werkelijke oorzaak van kanker zit volgens hem in een door verkeerde voedingsgewoonten aan­getast enzymsysteem.

Enkele leefregels die de enzymcapaciteit van een mens op peil houden of brengen:

Het voedsel goed kauwen (30-50 maal per hap!). Dit heb ik dr. H. van der Upwich vaak horen herhalen; hij timmerde daarbij op de buik van de patiënt om zich ervan te overtuigen dat er geen overmaat aan lucht in zat (onvoldoende vertering dus rotting en gisting). Gebruik geen maaltijd meer 4 uur voordat je gaat slapen. Eet overwegend plantaardig voedsel zoals rauwkost, waaronder waterkers, uitgezonderd als iemand intolerant is voor rauwe groenten. Gebruik ook en vooral kiemen (levend voedsel met een groot enzympotentieel) zoals broccolikiemen.

Groenten het liefst stomen, in olijfolie of kokosvet roerbakken of eventueel kort koken met weinig water. En vergeet de zeegroenten niet, waarin veel jodium zit. Therapeutisch raad ik ook aan versgeperste groentesappen sloksgewijs te drinken (eigenlijk te ‘eten’), zodat de enzymen in het speeksel er voldoende op kunnen inwerken. Bijvoorbeeld het sap van bieten,

wortels, knolselderij enz. Fruit buiten de maaltijden om eten, niet als sap drinken. Belangrijk ook is het gebruik van zaden als versgemalen lijnzaad, sesamzaad en noten zoals paranoten (selenium) en walnoten (magnesium). Eén of tweemaal in de week vette vis, als wilde zalm, gestoomde makreel, sardientjes uit blik met olijfolie of haring. En dan: geen melk; lees het boek De Witte Sloper. Uitzondering is de onlangs op de markt verschenen gefermenteerde melk, kefir en hangop. Deze bevatten nog volop de belangrijke levende lactobacillen en enzymen, omdat de melkproducten niet zijn gepasteuriseerd en gehomogeniseerd, maar gefermenteerd. Lactobacillen spelen weer een actieve rol bij de verwijdering van vrije radicalen die ontstaan doordat onze leukocyten (afweercellen) vijandige bacteriën, virussen en kankercellen uitschakelen.

Enzymen… de sleutel tot een lang en gezond leven

 

De leefstijl zoals beschreven in het boek De Enzym Factor (dr. Hiromi Shinya) zie je ook terug in het gebruik van volle biologische granen, rijst en bonen die nooit rauw gegeten mogen worden. De zwaardere bonen als linzen en bruine bonen altijd bereiden in de hogedrukpan, de zogenaamde High Pressure Cooker. Deze bonen bevatten veel trypsineremmers, die dan door verhitting onschadelijk worden gemaakt.

Plantenzaden bevatten veel enzymen, zodat de plant kan ontkiemen als de tijd daarvoor rijp is. Maar ook zijn er nog de trypsineremmers die planten ‘op eigen houtje’ weerhouden om te ontkiemen; er zijn echter veel spijsverteringssappen nodig om de trypsineremmers onschadelijk te maken. En dat kost dan weer veel van de kostbare enzymen. Behalve rijst zijn er nog andere bekende granen die de moeite waard zijn: gierst, gerstvlokken, haverkorrels, boekweit, quinoa, amarant en bulgar (gedroogd zeewier). Tot slot kunnen granen ook bijdragen aan de eiwitbehoefte zoals ook peulvruchten, paddenstoelen en zeegroenten doen.

Bob Th Hornstra

Arts – Brummen